View allAll Photos Tagged DRing
Is It Morning Already?
This generously-sized, retro inspired, tote bag has multiple striped motifs to inspire you to begin your day on the right note. Mom’s favorite pancake breakfast, the first sip of hot coffee and the clamoring melody of some crazy birds outside your window are all the invite you need to join the world and take part in a glorious day.
Tote has black rick rack framing the main fabric on both sides of bag.
Interior lining has a charming little pattern of lime green leaves that is similar to the pear stripe on front of bag.
The ”Greet The Day” Tote is made with an unusual combination of cotton fabrics and a lush brown corduroy.
Soft, durable handles are comfortable yet they can securely hold and support some weight.
This bag is a perfect carry all or book bag. It’s ready for what ever the day has in store for you.
This tote is hand crafted - a unique, one of a kind bag that is roomy and durable.
Open top of tote bag allows for you to easily access items or to stow things quickly away.
Its a fully lined bag with two interior pockets.
Tote has an interior key fob so you don't loose your keys during your busy day.
Construction of the bag is sturdy with a layer of medium weight interfacing to give the bag a bit of structure.
Bahawalpur has one of the finest Stadiums in the country having fine cricket grounds, two football grounds, one basketball court and six lawn tennis courts and a covered swimming pool. There is also a hockey stadium, which is considered to be the second best in the country after Karachi stadium. It can accommodate 13,000 people at a time.
inkt en potlood op doek
130 X 80 cm
De eerste kunstaankopen van het Vlaams Parlement dateren uit de periode vlak voor de tweede staatshervorming. In 1979 verwierf de Cultuurraad van de Nederlandse Cultuurgemeenschap een uitgebreide collectie kunstwerken van de toonaangevende Vlaamse kunstenaars van die tijd. Deze kunst kwam terecht in de gangen en kantoren van het Paleis der Natie (het federale parlementsgebouw) dat de Cultuurraad ter beschikking had. Voor Compositie van Dan Van Severen werd ook in het nieuwe parlementsgebouw een plaats voorzien. Het schilderij kwam terecht in het Koffiehuis, de enige ruimte die exclusief voor Vlaamse volksvertegenwoordigers is voorbehouden.
Dan Van Severen noemde zijn compositie een schilderij, al bevond ze zich op de rand tussen schilderkunst en grafiek. De drager, een temperadoek op een spieraam, is gebruikelijk in de schilderkunst, maar de inkt en houtskool waarmee Van Severen zijn compositie op het doek heeft aangebracht, zijn de instrumenten van de graficus. Ook de stijlkenmerken passen in een grafische esthetiek: sober, essentieel en geometrisch. Op die manier ontwierp Van Severen zijn strikt abstracte composities. Hij zag abstractie als de beste benadering van de realiteit.
Bij Van Severen is de puur geometrische abstractie geen doel op zich, maar een middel om tot een geestelijk niveau door te dringen. De zuiverheid van deze compositie is niet kil maar ingetogen.
De grenzen van zijn figuren zijn niet met meetinstrumenten, maar met de hand afgelijnd. Daardoor zijn ze niet perfect lijnrecht. Wat ze aan rechtlijnigheid verliezen, winnen ze aan gevoelswaarde en levendigheid.
Inhoudelijk bestaat het ‘schilderij’ uit een groot vierkant en een ruit, die tot stand zijn gekomen door een uitsparing in de arcering. De ruit wordt gepresenteerd als een aanbeden object: hij lijkt te zijn opgestegen boven het vierkant en krijgt een goddelijke allure. Daarmee appelleerde Van Severen aan het universele religieuze gevoel dat alle mensen in zich dragen, of ze gelovig zijn of niet. Zonder concreet naar één bepaalde godsdienst te verwijzen gaf hij zijn compositie een niet-dogmatische religieuze dimensie mee.
Centraal in de ruit staat een tweede vierkant. Qua vorm verwijst het naar het vierkant onderaan het schilderij, maar het is daarvan ook de tegenpool: veel kleiner, zwart in plaats van wit, en vooral veel minder discreet. Waar het grote vierkant genoegen neemt met een plaats in de marge, eist het kleine de centrale positie op. Het is mogelijk een samengebalde donkere kracht, die het goddelijke licht eromheen dreigt op te slorpen. Aangezien Dan Van Severen goed vertrouwd was met de kosmologische inzichten van Stephen Hawking, kan het als een zwart gat worden geïnterpreteerd.
De kunstenaar:
Dan Van Severen
° Lokeren, 1927
+ Gent, 2009
bring your z☼nnekes, your friends, your instruments, tents, f☼☼d, your ge-l☼ve and your be-lief (bring some extra to share please) and live a magical weekend in a fairy gh☼stt☼wn!
creative s☼uls are wellek☼mme f0r supp☼rt from friday till...
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Persbericht
Het Amsterdams Ballon Gezelschap heeft, in samenwerking met de kunstenaars uit Ruigoord, besloten zich aan te sluiten bij de bewoners en kunstenaars van Doel en zich in te zetten voor het behoud van het dorp.
Als antwoord op het Doels consulaat in Ruigoord, geopend tijdens het Landjuweel 2009, zal op 29 augustus om 15.00 uur in Doel een Ruigoord consulaat worden geopend. De consulaten scheppen voorwaarden tot uitwisseling en verregaande samenwerking. Gekozen is voor het Parochiehuis, dat tevens als cultureel centrum in ere zal worden hersteld.
Als eerste stap zal in navolging van Christiania (DK) en Ruigoord (NL) in september dit jaar in Doel (B) een Axis Mundi worden opgericht waardoor het aansluit bij een netwerk van vrije culturele ruimtes.
De monomane scheiding tussen leef- en werkruimte leidt tot vernietiging en kaalslag van het dorp zonder dat er concrete plannen aan ten grondslag liggen. Dit terwijl het dorp, nu meer dan ooit levensvatbaar is om cultuur als bestemming te krijgen. Er doet zich een unieke kans voor. Door sloop is er, zoals blijkt, ook ruimte ontstaan voor festivals en andere culturele manifestaties in de open lucht.
Wij dringen er bij de betreffende overheden, instanties en betrokken gemeentes Beveren en Antwerpen op aan nogmaals een afweging te willen maken om beide processen in overeenstemming met elkaar te laten verlopen.
schaaflicht.wordpress.com/2009/08/21/persbericht-doel-rui...
---------------------------------------------
programma volgende dagen: schaaflicht.wordpress.com/2009/08/24/nieuwsbrief-kunstdoel/
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
maandag afsluitingbelieving in de straten! PLEZANT SP☼NTANZ!
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
============================================
----------------------------------------------------
blaffeturen open: BELIEF in DOEL!
---------------------------------------
LISTEN:
Klokkespijs: D☼ELman voor 1 uurke! …was me da zweten…
Radio Centraal: Over de AXIS MUNDI en de verzustering van Ruigoord, Christiania en Doel
Radio Ruigoord: De opening van het ABG consulaat in het Belgische Doel, 2009
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
latest news: schaaflicht.wordpress.com/category/d%e2%98%bcel
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
the neverending story of doebiedoebiedoebieD☼EL on F☼T☼
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
YouTube - ons D☼EL = DOEL ONGEHAVEND*
☼
as captured by Harun Wolf Trepte
Verdrag van Ruigoord en Doel
Wij, vrij scheppende geesten uit Ruigoord en Doel, verbinden ons tot psychonautische samenwerking met als doel: De Verenigde Staten Van De Geest.
-Partijen verlenen gastvrijheid aan elkaars consulaten en afgezanten.
-Partijen streven naar één wereldcentrum als biotoop voor de Gesammtkunst voor reizigers van de geest, door de wereldas in alle mogelijke richtingen zichtbaar te maken.
Getekend op 09-08-2009 te Ruigoord,
Herman J.Claeys, Rudolph Stokvis, Sabine Gillis (Consul van Doel), Fabiola, Frank Vranckx (slö), Gerben Hellinga, Ulrich Van Spitael, Hans Plomp, Willem A. Plugge, Emerson Riel (afgevaardigde Odjibwe-Canada), Lila Cavaleiro, Frans Vlinderman, Roos Nienhuis (namens Montje Joling en de kinderen van Ruigoord), Dirk de Boeck, Eelco Doorn, Paul Vincent, Peter van den Gracht, Erwin van Massenhove, Maarten van der Horst, Jan Bianchi, Carmen de Canne, Harun Wolf Trepte, Erwin Raeves, Herbie, Banks, Britt Marie Lindgren, Frank van den Steen, David Frank, Olga Pederson, Max Perron, Max van de Jool, Paul van Goudoever, Aja Waalwijk
http://schaaflicht.wordpress.com/2009/08/17/verdrag-van-ruigoord-en-doel-09-08-2009
☼*☼*☼
join us @ Facebook: Yes, I like Doel, but don't associate me with Doel2020!
Just some random funny men dringing beer early in the morning wanted me to take a picture of them, when they saw me carrying a camera. One of them said "Take a picture of us, while we're still happy!"
One of the limited number of Lego Hobby Sets released in 1975 was set Nr. 391. This model was a 1926 Renault 40CV Landaulet. It joined two other classic/vintage cars in the range.
The set included 237 parts and was considered to be an expert builder model.
This recreation has been modelled in Lego Digital Designer for Flickr LUGNuts 54th Build Challenge - "LEGO Set Overhaulin" - celebrating all things Lego with recreations of older sets.
This recreation includes 521 parts and includes new functions of steering, inline 3-cylinder Lego piston engine dring the rear wheels, opening engine compartment, retracting convertible rear roof and four doors.
The model shares the same base chassis dimensions and overall size as the original Nr. 391, shown in some of the images. A reference picture of the real car has been included (no reference to originator).
Aangezien de tijd begint te dringen om KRE's huurloc 189 209 te spotten besloot ik op de zonnige donderdagochtend de gok maar weer eens te wagen. Stipt op tijd komt de zwarte MRCE machine de hoek om maar ik zie niet gelijk het logo... De lok blijkt toe te zijn aan een wasbeurt want het CTL-logo is bedekt onder een laag vuil maar dat mag de pret eigenlijk niet drukken. Eindelijk kan ik de es 64 f4 209 met trein 41761 Maasvlakte West - Duisburg vastleggen bij de bekende bankjes bij Valburg waarmee ik weer een loco van mn lijstje kan strepen. Valburg 21-08-2014.
Deze stenen stellingmolen werd in 1866-67 opgericht. De eerste eigenaar-molenaar was Louis Van Poucke, afkomstig van Sint-Joris-ten-Distel. In 1872 liet hij een stoommachine plaatsen. Tijdens de strenge winter van 1936-37 was de molen bouwvallig geworden, stortte door een grote februaristorm gedeeltelijk in en het gevlucht liep veel schade op. De jaren daarop verbeterde de toestand niet. Integendeel, de molen leverde een constant gevaar op en het was levensgevaarlijk hem nog te betreden. Op zaterdag 17 juli 1937 werden de kap, de wieken en de gaanderij afgebroken. De romp werd enigszins hersteld en afgedekt. Juist na de tweede wereldoorlog, in 1946, vergrootte men de molen met aanbouwsels en plaatte men in de romp een zware elektrische motor. Een tweede vergroting volgde in 1957; vanaf dan sloot de molen aan op de aanbouwsels en het woonhuis.
Momenteel blijft enkel In 1936 werd het gevlucht verwijderd en in 1946 werd een elektrische motor geplaatst. Ondertussen was het gebouw ook ingesteld in het leerlooiersbedrijf, dat ter plaatse tot stand kwam. De kuip en de bijgebouwen bestaan nog, maar door het afbrokkelen van de buitenste steenlaag dringen werken zich op. De molen is niet beschermd.
Foto: Carlos Croene
I made this skirt with black twill I bleached and added a leopard print garter belt with D-rings, eyelet tape, and adjustable garter straps.
Quick History
Around 1930 the Swedish Ericsson company decided that a new telephone shape was required which would have a global appeal - they considered that the world was their marketplace (and quite rightly still do so!).
The job was given to a company engineer of Oslo's Elektrisk Bureau (an Ericsson subsidiary) called Johan Christian Bjerknes. He decided to use Bakelite, but found that he needed help with the design. The leading Norwegian artist Alf Rolfson was at the time too busy with another project and so the job was given to Jean Heiberg.
Jean Heiberg (1884-1976) was a Norwegian painter who had studied in Munich and in Paris, latterly under Matisse. At the time he had just returned from Paris to take up a post as professor in Oslo's National Academy of Arts.
His final design had hard lines and sharp edges (possibly influenced by the 1930's Cubist movement) and retained elements of the neo-classical stylobate which dominated his first plaster drafts.
It went into production in 1932 as the 'DBH1001' and later the Swedish Telephone Co. (Televerket) adopted it as standard.
The Prince of Wales (Eldest son of King George V) visited the Stockholm Exhibition in October 1932 where the telephone was displayed. He admired it and selected it for use in his home. The approval of this fashionable man-about-town did much to promote the telephone's success beyond Scandinavia.
Around that time the BPO wished to introduce a telephone with integral bell. They developed the Tele 332 in conjunction with Ericsson Telephones Ltd (UK). By 1937 there were six presses in England stamping out the Norwegian painters designs.
This also came in a standard colour Black, although again other colours were available including Lacquer Red, Jade Green and Ivory - and many other colours have been spotted - but beware of sprayed cases!. The 300 Type Tele used the Tele No 164 Handset and had new internal equipment. A variety of different instruments based around this design was produced to suit varying purposes.
The 300 series was not intended as a replacement of the '200 type' instrument as it was still thought that a separate bell mounted centrally in a household would be more desirable (indeed the 200 type was used into the 1960's for certain applications!). The 300 type was thought to be primarily suitable for business use.
The 300 type series contained an integral bell, catered for the provision of 1, 2 or 3 keys (with interchangeable labels) and was easier to manufacture because a single moulding for the case was used rather than several for the '200 type'. Ease of fitting and subsequent reduction of fault liability was a by-product because there was no need to drill holes in walls for mounting Bellset etc and no wiring to connect for the external Bellset.
All of the main manufacturers produced 300 Type sets, both for the BPO and their own private systems. Another common manufacturers code seen on the handsets of these instruments is 'AEP' - these were manufactured not in England but in Portugal by 'Automatic Electric Portugal'.
Stallanbauten in der Provence, Framkreich
++++++++++++++++++++++++
Ihr Gestirn, ihr hohen Lüfte
1.) Ihr Gestirn, ihr hohen Lüfte
Und du lichtes Firmament,
Tiefes Rund, ihr dunklen Klüfte,
Die der Widerschall zertrennt,
Jauchzet fröhlich, lasst das Singen
Jetzt bis durch die Wolken dringen.
2.) Aber du, o Mensch, vor allen
Hebe deine Stimm' empor,
Lass ein Freudenlied erschallen
Dort mit jenem Engels-Chor,
Das den Hirten auf der Weide
Heut verkündigt große Freude.
3.) Freude, Freud in hohen Höhen,
Freude, Freud im tiefen Tal.
Freud und Wonne, wo wir gehen,
Freud und Lachen ohne Zahl.
Freude, Freud in unsern Toren,
Gott ist heut ein Mensch geboren.
4.) Bist willkommen, Heil der Erden,
Sei willkommen, Jesulein!
Dass wir möchten Herren werden,
Stellst du als ein Knecht dich ein.
Du verlässt die hohen Thronen
Und willst nun hier unten wohnen.
5.) Bethlehem, uns wundert alle,
Wie es immer zu mag gehn,
Dass in deinem kleinen Stalle
Kann der ganze Himmel stehn.
Hat denn nun der Sterne Menge
Raum in einer solchen Enge?
6.) Den die Welt nicht kann umschließen,
Der die Winde hält in Zaum,
Der muss hier den Stall begrüßen
Und hat in der Krippen Raum,
Der dies ganze Rund erfüllet
Liegt in Windeln eingehüllet.
7.) Weil du denn die schlechten Hütten,
Jesu, nie verschmähet hast,
Ei, so lass dich doch erbitten
Komm doch, komm, du edler Gast!
Komm doch in mein Herz hinein,
Lass es deine Krippen sein.
8.) Komm, ich habe dir zur Wiegen
Schon ein Räumlein ausgesucht,
Drinnen sollst du sanfter liegen
Als in jener harten Bucht.
Komm, mein Herz, das soll zum besten,
So viel möglich, dich begästen.
9.) Zwar ist solche Herzensstube
Wohl kein schöner Fürstensaal,
Sondern eine finstre Grube.
Doch sobald dein Gnadenstrahl
In denselben nur wird blinken
Wird es voller Sonnen dünken.
+++++++++++++++++++++++++++++++++
Text: Ludwig Andreas Gotter
mögl. Melodie: Tut mir auf die schöne Pforte
+++++++++++++++++++++++++++++++++
Johann Franck, auch Frank, (* 1. Juni 1618 in Guben; † 18. Juni 1677 ebenda) war ein deutscher Jurist und Dichter bekannter Kirchenlieder, aber auch weltlicher Gedichte.
Johann Franck war der Sohn eines Advokaten, der schon 1620 starb. Sein Onkel, der Stadtrichter Adam Tielckau, nahm sich seiner an. Nach dem Besuch der Lateinschule in Guben besuchte er die Schulen in Cottbus und Stettin sowie das Gymnasium in Thorn. Ab dem 28. Juni 1638 studierte er die Rechte in Königsberg. Dort wurde er von dem volkstümlichen Liederdichter Simon Dach beeinflusst. Auf Wunsch seiner Mutter kehrte er Ostern 1640 nach Guben zurück, das damals im Dreißigjährigen Krieg stark unter schwedischen Truppen zu leiden hatte. Nach der Rückkehr von einer Reise nach Prag im Mai 1645 war er als Advokat tätig. 1648 wurde er Ratsherr und 1661 Bürgermeister in Guben. Seit 1671 vertrat er als Landesältester seine Heimatstadt im Landtag der Niederlausitz.
Johann Franck schuf 110, vor allem geistliche Lieder, die in die meisten evangelischen deutschen Kirchengesangbücher aufgenommen wurden (siehe: Geschichte des geistlichen Liedes auf dem europäischen Kontinent). Die meisten seiner Werke haben an Bedeutung verloren; im Evangelischen Gesangbuch finden sich nur noch zwei seiner Lieder. Auch in den aktuellen Kirchengesangbüchern Schwedens und des schwedischsprachigen Finnland sind mindestens 4 seiner Lieder enthalten. Zu seinen besten Liedern gehören zum Beispiel Schmücke dich, o liebe Seele, Jesu, meine Freude, Du, o schönes Weltgebäude und andere, von denen einige auch von Johann Crüger vertont wurden. In seinem Werk zeigt er Verwandtschaft mit Paul Gerhardt. Seine weltlichen Gedichte sind zumeist Gelegenheitsdichtungen, aber auch Liebesgedichte und natur- und heimatbezogene Verse.
Photo: Blick auf Wiesbaden-Dotzheim
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Gott lob, dass deines Wortes Schall
1.) Gott lob, dass deines Wortes Schall
Durch deine Diener überall
Und auch in unserm Landeskreis
Erschollen ist zu deinem Preis.
2.) Gott lob, dass dieser helle Schein
Erleuchtet meines Herzens Schrein,
Dadurch ich weiß und glaub' forthin,
Wer du bist, Gott, und wer ich bin.
3.) Ich weiß, dass ich von Anbeginn
Durch Adams Fall ein Sünder bin.
Deswegen deine Liebeshand
Mir deinen ein'gen Sohn gesandt.
4.) Der lauter Gnad an mir geübt,
Der mich bis in den Tod geliebt,
Der selbst sich auch für mich verbürgt,
Und anstatt meiner ist erwürgt.
5.) Ich weiß, dass der gerechte Mann
Dir, Gott, vollkommen g'nug getan,
Und dass ich bin durch seine Treu
Von Sünd', Tod, Höll' und Satan frei.
6.) Gott lob, dass, deines Geistes voll,
An wen und was ich glauben soll,
Aus deinem Wort gewiss ich weiß
Und sage dir zum Lob und Preis.
7.) Ich weiß, dass Gott mein Vater ist,
Mein Herr und Gott, mein Jesus Christ,
Gott Heilger Geist mein Trost allein
Und dann durch Jesum alles mein.
8.) Ich preise, Gott, mit höchstem Ruhm
Dein Wort und Evangelium.
Hilf, dass ich's stets mit Dank nehm an
Und hab die höchste Freude dran.
9.) Ach, lass es mir, und unverwendt
Die Sakramente bis ans End',
Lass beides blühn und wachsen sehr
Und Früchte bringen mehr und mehr.
10.) Ich nehm's zur Richtschnur und zum Stab,
Zum Trost und Schutz bis in mein Grab,
Und sterbe, wenn du willst, mein Hort,
Auf dich und auf dein Lebenswort.
11.) Ob Erd' und Himmel gleich vergehn,
So weiß ich, dass dein Wort bleibt stehn.
Drum führ ich danach meinen Lauf
Und geb auch meinen Geist drauf auf.
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Autor: Ämelie Juliane von Schwarzburg-Rudolstadt
Melodie: Lobt Gott in seinem Heiligtum
oder: Vom Himmel hoch, da komm ich her
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Der Gräfin Aemilie Juliane von Schwarzburg-Rudolstadt
Geistliche Lieder
Auswahl von Julius Leopold Pasig
Verlag Julius Fricke,
Halle [Saale],1855
Thema: Aposteltage
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Ämilie (auch Æmilie geschrieben) Juliane Reichsgräfin von Schwarzburg-Rudolstadt, geb. Gräfin von Barby und Mühlingen (* 19. August 1637 auf der Heidecksburg in Rudolstadt; † 3. Dezember 1706 in Rudolstadt) war eine bedeutende Dichterin geistlicher evangelischer Kirchenlieder.
Ämilie Juliane war die Tochter des Grafen Albert Friedrich von Barby und Mühlingen und seiner Gattin Ursula, geb. von Oldenburg-Delmenhorst. Während des Dreißigjährigen Krieges wohnte die Familie bei Graf Ludwig Günther von Schwarzburg-Rudolstadt (1581–1646) auf der Heidecksburg. Ämilie Julianes Vater starb 1641 und die Mutter 1642, worauf sie von Graf Ludwig Günther adoptiert und mit dessen Kindern zusammen erzogen wurde. Ihr Hofmeister in Rudolstadt war der Kirchenliederdichter und spätere Kanzler Ahasverus Fritsch.
Am 7. Juli 1665 heiratete sie ihren Vetter, den Reichsgrafen Albert Anton von Schwarzburg-Rudolstadt. 1667 und 1668 wurden zwei Kinder geboren, wovon eines schon drei Tage später starb. Sie war mit Ludmilla Elisabeth von Schwarzburg-Rudolstadt verschwägert, welche – Ämilies Vorbild folgend – ebenfalls geistliche Lieder verfasste.
Ämilie Juliane dichtete nahezu 600 geistliche Lieder, die beiden bekanntesten sind: ‚Bis hierher hat mich Gott gebracht’ (EG 329) und ‚Wer weiß, wie nahe mir mein Ende’ (EG 530).
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º°´°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸
Ämelie Juliane von Schwarzburg-Rudolstadts Lieder/ Hymns
¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º°´°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸
-------------------------
Advent
-------------------------
Auf, auf, mein Herz, der Herr ist nah
-------------------------
Bittgesänge, Gotteslob und -dank
-------------------------
-------------------------
Darstellung des Herrn
-------------------------
Wie bin ich doch so herzlich froh
-------------------------
Gottvertrauen, Kreuz und Trost
-------------------------
Ich bin in allem wohl zufrieden
-------------------------
Morgenlied
-------------------------
Habe Dank, mein Hirt und Hüter
-------------------------
Passion
-------------------------
Mein Jesus kommt, mein Herr und Gott
-------------------------
Reiselied
-------------------------
Gott Vater nimm in deine Hände hiermit mein Leib
-------------------------
Sommerlied
-------------------------
-------------------------
Sünde, Buße und Umkehr
-------------------------
-------------------------
Derzeit noch nicht erfasst / Currently not scanned
-------------------------
Ach, Herr, schon deines Volkes doch
Ach, ich selig Jesuskind
Ach, Jesu, hilf, mir ist sehr bange
Ach, Jesu, komm, erquicke mich
Ach, Jesus lebt in mir, was fang ich an vor Freuden
Ach, Vater, Vater, zürne nicht
Ach, wann werd ich dahin kommen
Ach, wenn ich mich doch könnt in Jesu Lieb versenken
Ach, wie so sehnlich wart ich drauf
Anjetzo will sich enden
Auf, Christenherz, bei Leib nicht säum
Bedenke, Mensch, das Ende, bedenke deinen Tod
Bei dem Anfang dieser Wochen
Bis hierher hat mich Gott gebracht
Dank dir, Erhalter meines Lebens
Das alte Jahr ist nun zum Ende kommen
Das walt Gott Vater und Gott Sohn, und Heilger Geist im höchsten Thron 2
Das Wetter ist vorbei, durch Gottes Vatertreu
Dein, o Gott, soll ewig sein
Der Tod kommt nimmer mir zu früh
Dies ist der Tag, den Gott gemacht, an dem mir gute Post
Dieweil den Nächsten gleich als mich
Dreieinger Gott, dir sei Lob, Dank
Dreieiniger Gott, hab Lob und Dank
Dreieiniger Gott, mein Licht, mein Leben
Du allerliebster Jesu, du, wie groß ist deine Liebe
Du weißt es schon, mein Gott, wozu ich bin gebeten
Eh ich geh den Weg aller Welt
Ein Herz, das seinen Jesum liebt
Erhalt uns, Herr der Herrlichkeit
Es freuen sich jetzt Leut und Land
Es geht zur Hochzeit zu, die Krone blinkt von oben
Es ist dir, Jesu, unverborgen
Es kommt ein Wetter, wie ich hör
Es kommt her an unsre Grenze
Es kommt her mit schneller Schritten
Es sind dir, Gott, wohl schlechte Sachen
Flügel her, nur Flügel her, Jesu, ich will gerne scheiden
Freu dich, du werte Christenheit, dies ist der Tag des Herren, der Anfang
Gott lob, dass deines Wortes Schall
Gott lob, der Tag ist überstanden
Gott lob, die Hilfe ist erbeten
Gott lob, ich hab gestreuet
Gott lob, mir ists gelungen
Gott sei Lob, der Tag ist kommen
Gott Vater, Heilger Geist, ach, jetzt, jetzt Beistand leist
Gott Vater, ich ergebe dir mein gegebnes Kind
Gott Vater, sei gepriesen für deine große Vatertreu
Gott weiß es alles wohl zu machen
Gott, dein Wille ist geschehn
Gott, dich lob ich jetzt spate
Gott, du meines Herzens Teil
Gott, Heilger Geist, dir sei die Ehr
Gott, Heilger Geist, salb meine Seel
Gott, Heiliger Geist, ich flieh zu dir, lass mich nicht
Gott, mein Herz dir Dank zusendet, dir ich Preis und Ehre
Gott, mein Herze Dank dir sendet, weil mit Wohltun
Gott, sieh mich armen Sünder an
Groß ist, Herr, deine Güte, sehr groß ist deine Treu
Großer Gott, wir armen Sünder bitten dich aus Herzensgrund, siehe auf uns
Hab dank, Gott, dass du hast mir deine Lieb erwiesen
Hab Dank, Gott, dass du heut aus lauter Vatersgnaden
Halleluja, der Tag ist glücklich überlebet
Herr, mein Gott, lehre mich stets meine Tage zählen
Herr, meinen Geist befehl ich dir
Ich dank dir auf den Knien
Ich danke dir, mein Gott und Hort
Ich fall auf meine Knie
Ich halte mich zu dir, halt, Jesu, dich zu mir
Ich hebe Aug und Händ aufwärts
Ich hör dich donnern, Gott, und sehe deine Blitzen
Ich lasse Gott in allem walten, er mach es nur
Ich muss einen Herren haben
Ich schwöre dir, mein Gott
Ich werf bei diesem Morgen mich armes Sündenkind
Ich will bei Augaufschlagen dir gleich
Ich will es frei bekennen
Ich will nicht mehr sein meine
Ich will, Gott, nach deiner Hand
Ich ziehe in mein Haus mit Gott in Jesu Namen
In großer Schwachheit liegt dein Kind
Jesu Güte hat kein Ende, sie ist alle Morgen neu
Jesu, du hast meine Seele jetzt entrissen
Jesu, lass mir Gnad zukommen
Jetzt tret ich zu dem Gnadenthron
Komm Heilger Geist, mein Trost und Licht
Liebster Jesu, hier bin ich, soll ich ein neu Jahr anschreiten
Mein Freund ist mein und ich bin sein, der unter Rosen
Mein Freund, mein Herr und Gott, ich will dich
Mein Glaube sieht, wie Gottes Sohn verlässt
Mein Gott hat's mit mir gewandt
Mein Gott, der Monat ist dahin
Mein Gott, was du gegeben mir
Mein Gott, weil es dir so gefällt
Mein Herz sich fröhlich reget
Mein Herz vor Freuden hüpft und springt
Mein Herze mir im Leibe springt
Mein Jesu, ach wie froh bin ich
Mein Jesu, deine Lieb, Verdienst und bitter Leiden
Mein Jesu, der du alles weißt
Mein Jesu, habe Dank, dass du zu helfen kommen
Mein Jesu, ich bin eins mir dir
Mein Jesu, nimm mich auf, mein Helfer
Mein Jesus lebt in mir
Mein Vater, lehre mich stets meine tage zählen
Mein Werk will ich mit Gott anfangen
Mit Freudigkeit in diesem Nu zu dir
Nun geht es, sieh Gott Vater, hier jetzt an
Nun ist auch diese Woche hin
Nun ist der Tag verflossen
Nun, Jesu, ists an dem, dass ich zu dir mich nahe
Nun, wir sind auch diesmal satt, da uns Gott vergnügt
Nur einen Mittler habe ich
O du dreieiniger Gott, den ich mir auserlesen
O Freude, o Freude der glücklichen Stunden
O Gott, ich fall in deine Rut, die sich durch Krankheit zeiget
O heilige Dreieinigkeit, erhalt uns unsre Obrigkeit
Ohn Glauben dir, Gott, nichts gefällt
Seele, denke, was du machest
Segne, Vater, unsre Seelen
Sei, liebster Gott, gelobt, dass du durch Jesu Wunden
So mir was Widrigs widerfährt
Soll, mein Gott, ich jetzo sterben
Um mich hab ich mich ausbekümmert
Vater, ach, ich hab gesündigt
Vergiss, mein Herz, nicht, was Gott spricht
Vor aller Welt gesteh ichs gern
Warum betrübst du dich, mein Herz
Wer ist wohl, o Herr Jesu Christ, der dich
Wer kann so fröhlich, als wie ich
Wer weiß, wie nahe mir mein Ende, hin geht die Zeit
Wie es, Gott, dein Auge schauet
Wie gut es sei, mit Jesu wandern
Wie ich wohl und christlich lebe
Wie spielst du doch mit deinem Kinde
Wieder eine Woche geendet
Wir danken dir, Dreieinigkeit
Wir haben, Gott, dein Fest gehalten
Wird mein Bräutgam nicht bald kommen
Wo ist Jesus, mein Verlangen
Wohl dem, der allzeit gottgelassen
Zu dir ich, Jesu, dringe, um deinen Hals
Zur Lammeshochzeit komm ich, Gott
I was given a gift by my Mistress, Raine Shinn. A Good Toy Presents Herself.
Hair: Truth
Hairpiece, Dress, Gloves, Stockings: Gizza
Skin, Lipstick: Pink_Fuel
Eyeliner: Mango_Mango
Collar: Violent_Seduction
Boots: KaS
Dass es auf der öden Erde
1.) Dass es auf der öden Erde
Wieder grün und freundlich werde,
Sendet Gott in's tiefe Tal,
Wie auf steile Bergeshöhen,
Seiner Sonne milden Strahl,
Lässet laue Lüfte wehen.
2.) Dass er neues Leben wecke,
Nimmt er weg die Leichendecke.
Was in tiefem Schlummer lag,
Und des Grabes Schoß geborgen,
Grüßet seinen Ostertag,
Jauchzt am Auferstehungsmorgen.
3.) Denn in tausend Totengrüfte
Dringen neuen Lebenslüfte.
Was im Grabe starr und tief,
Ohne jegliches Bewegen,
Seinen langen Schlummer schlief,
Alles, alles will sich regen.
4.) Alles will sich neu gebären,
In dem Lichte sich verklären,
Laben sich am Himmels-Tau
Wärmen an der Frühlingssonne,
Schmücken helfen Flur und Au,
Trinken Duft und atmen Wonne.
5.) Und woher dies Wonneleben? -
Gottes Güte hat's gegeben!
Auch in's allgemeine Grab
Lässt er seinen Atem wehen,
Dass die Fesseln fallen ab,
Und die Toten auferstehen.
6.) Siehe, Seele, dies Erblühen!
Lass die Liebe neu erglühen!
Schaue hier der Wiese Pracht,
Dort des Baumes frische Blüte!
Leben wecket so aus Nacht
Gottes Macht und Vatergüte!
7.) Lass es dich nun kräftig dringen,
Auch zum Frühling es zu bringen!
Lass dich Gottes Geist durchwehn
Und von ihm dich recht bereiten.
Zu dem neuen Auferstehn
Für die süßen Ewigkeiten!
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Autor: Leonhard Meißer
Melodie: Eigene Melodie
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Evangelischer Liederschatz für
Kirche, Schule und Haus,
- Band 1 -
Zweite, umgearbeitete Ausgabe
Gesammelt und bearbeitet von Albert Knapp,
J. G. Cotta'scher Verlag,
Stuttgart und Tübingen, 1850
Liednummer 2129
Thema: Frühlingslied
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Leonhard Meißer (* 21. Dezember 1803 in Davos/Kanton Graubünden; † 29. Februar 1872 in Chur) war ein Schweizer reformierter Geistlicher und Kirchenlieddichter.
Leonhard Meißer wurde als Sohn eines Landwirtes geboren. Bereits in jungem Alter entschied Meißer sich, Pfarrer zu werden. Ab 1820 besuchte die Bündner Kantonsschule in Chur. Am dort angeschlossenen Theologischen Institut plante er eine vierjährige Ausbildung, um in die Bündner Synode aufgenommen zu werden. Das Institut sollte ein Studium an einer Universität ersetzen, um durch eine schnellere und günstigere Lehre den Pfarrermangel im Kanton aufzuheben, dennoch musste er zwischendurch als Hauslehrer arbeiten. 1838 bestand er an der Kantonsschule das Abitur und verbrachte die folgenden drei Jahre am Theologischen Institut. 1841 trat er in Chur in die Bündner Synode ein, womit ihm erlaubt wurde, im Kanton als Pfarrer tätig zu werden und übernahm eine Pfarrstelle in Tschappina, 1843 folgte eine Pfarrstelle in Tenna. Nebenbei betrieb er wie schon seine Eltern Landwirtschaft. In dieser Zeit beschäftigte er sich auch mit dem Dichten und Sammeln von Kirchenliedern.
1849 wurde er nach Wiesen gesandt, wo er ein Werk für die dortige Schule herausgab. 1853 verstarb seine Frau an Tuberkulose. Drei Jahre später heiratete er erneut. 1859 übernahm er die Pfarrstelle in Maladers; dort veröffentlichte er eine Sammlung von Gedichten. Ebenfalls setzte er sich für das Schulwesen ein und veröffentlichte ein weiteres Werk für die Schule.
Im Winter 1862 erkrankte Meißer selbst an Tuberkulose, was ihn 1865 zwang, das Pfarramt in Maladers aufzugeben. Danach folgten noch zwei Anstellungen als Pfarrer in Valzeina und Schuders. 1869 gab Meißer das Pfarramt endgültig auf. Er zog nach Chur und verstarb dort am 1872 im Alter von 68 Jahren.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º°´°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸
Leonhard Meißers Lieder/ Hymns
¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º°´°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸
-------------------------
Tod und Ewigkeit
-------------------------
Wandrer, halt ein wenig stille
-------------------------
Derzeit noch nicht erfasst / Currently not scanned
-------------------------
Dass es auf der armen Erde
Dass es auf der öden Erde wieder grün
Es gibt hier zu bestellen gar manche Tränensaat
Hast du mich lieb
Ihr, meine Lieben alle, seid nun in dem vereint
Ist denn sich dem Herrn ergeben
Nehmt die Harfen von den Weiden
Sammelt euch zum guten Hirten
Sieh, diese junge Christenschar
Wenn dich trübe Sorgen quälen
Winter herrscht noch weit auf Erden
Küche 70er/80er Jahre
Ausstellungskonzept laut Museum:
Schwerpunkte unserer Ausstellung ist die Wohn- und Alltagskultur in der DDR. Wir möchten an Hand der Exponate, Vitrinen und unserer Informationstafeln einen Eindruck über die Lebensumstände in der ehemaligen DDR vermitteln. Wir haben die Schaustücke wie auf einem Zeitstrahl angeordnet, je weiter Sie in das Museum hineingehen, je weiter
dringen Sie in die Geschichte ein, bis 1949, dem Gründungsjahr der DDR. Soweit es möglich war, haben wir uns bemüht eine neutrale Betrachtungsmöglichkeit zu schaffen. Aber ALLES liegt im Auge des Betrachters! Wir haben die Geschichte der DDR und einige spezielle Themen auf Informatiostafeln, die entlang des Zeitstrahls und in den entsprechenden Räumen hängen, recherchiert. Doch wir sind kein wissenschaftlich geführtes Museum und geben deshalb keine Garantie auf Vollständigkeit und Richtigkeit der Texte und Grafiken.
Life On Mars? - David Bowie www.youtube.com/watch?v=v--IqqusnNQ
Life On Mars :
(Bowie)
It's a god-awful small affair
To the girl with the mousy hair
But her mummy is yelling "No"
And her daddy has told her to go
But her friend is nowhere to be seen
Now she walks
through her sunken dream
To the seat with the clearest view
And she's hooked to the silver screen
But the film is a saddening bore
For she's lived it
ten times or more
She could spit in the eyes of fools
As they ask her to focus on
CHORUS
Sailors fighting in the dance hall
Oh man!
Look at those cavemen go
It's the freakiest show
Take a look at the Lawman
Beating up the wrong guy
Oh man! Wonder if he'll ever know
He's in the best selling show
Is there life on Mars?
It's on Amerika's tortured brow
That Mickey Mouse
has grown up a cow
Now the workers
have struck for fame
'Cause Lennon's on sale again
See the mice in their million hordes
From Ibeza to the Norfolk Broads
Rule Britannia is out of bounds
To my mother, my dog, and clowns
But the film is a saddening bore
'Cause I wrote it
ten times or more
It's about to be writ again
As I ask you to focus on
CHORUS
Dring-dring-dring......
(Mind the phone)
(Bowie)
It's a god-awful small affair
To the girl with the mousy hair
But her mummy is yelling "No"
And her daddy has told her to go
But her friend is nowhere to be seen
Now she walks
through her sunken dream
To the seat with the clearest view
And she's hooked to the silver screen
But the film is a saddening bore
For she's lived it
ten times or more
She could spit in the eyes of fools
As they ask her to focus on
CHORUS
Sailors fighting in the dance hall
Oh man!
Look at those cavemen go
It's the freakiest show
Take a look at the Lawman
Beating up the wrong guy
Oh man! Wonder if he'll ever know
He's in the best selling show
Is there life on Mars?
It's on Amerika's tortured brow
That Mickey Mouse
has grown up a cow
Now the workers
have struck for fame
'Cause Lennon's on sale again
See the mice in their million hordes
From Ibeza to the Norfolk Broads
Rule Britannia is out of bounds
To my mother, my dog, and clowns
But the film is a saddening bore
'Cause I wrote it
ten times or more
It's about to be writ again
As I ask you to focus on
CHORUS
Dring-dring-dring......
(Mind the phone)
----
Trying To Understand - teresabcoelho.blogspot.gr/?view=snapshot</a
---
Tumblr - teresacoelho1.tumblr.com
Instagram - www.instagram.com/teresabcoelho/
500px 500px.com/teresabcoelho
Twitter twitter.com/teresabcoelho1
I was given a gift by my Mistress, Raine Shinn. A Good Toy Presents Herself.
Hair: Truth
Hairpiece, Dress, Gloves, Stockings: Gizza
Skin, Lipstick: Pink_Fuel
Eyeliner: Mango_Mango
Collar: Violent_Seduction
Boots: KaS
Eerste Nationale Tulpendag (Dam, Amsterdam): gratis een bos tulpen 'plukken'.
First National Tulip Day (Amsterdam, Netherlands): free picking of a bunch of tulips.
One of the limited number of Lego Hobby Sets released in 1975 was set Nr. 391. This model was a 1926 Renault 40CV Landaulet. It joined two other classic/vintage cars in the range.
The set included 237 parts and was considered to be an expert builder model.
This recreation has been modelled in Lego Digital Designer for Flickr LUGNuts 54th Build Challenge - "LEGO Set Overhaulin" - celebrating all things Lego with recreations of older sets.
This recreation includes 521 parts and includes new functions of steering, inline 3-cylinder Lego piston engine dring the rear wheels, opening engine compartment, retracting convertible rear roof and four doors.
The model shares the same base chassis dimensions and overall size as the original Nr. 391, shown in some of the images. A reference picture of the real car has been included (no reference to originator).
3fm dj's Coen Swijnenberg, Paul Rabbering en Giel Beelen
3FM Serious Request draait dit jaar om diarree. Jaarlijks overlijden er wereldwijd 800.000 kinderen aan de gevolgen van diarree en om dat aantal terug te dringen, zetten 3FM en het Rode Kruis zich van 18 t/m 24 december vanuit Leeuwarden in om zoveel mogelijk geld in te zamelen voor deze stille ramp. Details: www.3fm.nl
Tegneklubben (Bjørn Bjarre, Ulf Verner Carlsson, Paul Dring, Terje Nicolaisen, Martin Skauen): "Uten tittel (Klubbhuset)." Høstutstillingen 2010, Kunstnernes Hus, Oslo, Norway. September 9, 2010.
One of the limited number of Lego Hobby Sets released in 1975 was set Nr. 391. This model was a 1926 Renault 40CV Landaulet. It joined two other classic/vintage cars in the range.
The set included 237 parts and was considered to be an expert builder model.
This recreation has been modelled in Lego Digital Designer for Flickr LUGNuts 54th Build Challenge - "LEGO Set Overhaulin" - celebrating all things Lego with recreations of older sets.
This recreation includes 521 parts and includes new functions of steering, inline 3-cylinder Lego piston engine dring the rear wheels, opening engine compartment, retracting convertible rear roof and four doors.
The model shares the same base chassis dimensions and overall size as the original Nr. 391, shown in some of the images. A reference picture of the real car has been included (no reference to originator).
Photo: Türklinke in Jena/Thüringen, 1992
++++++++++++++++++++++++++
Was alle Weisheit in der Welt
1.) Was alle Weisheit in der Welt
Bei uns hier kann kaum lallen,
Das lässt Gott aus dem Himmelszelt
In alle Welt erschallen:
Dass er alleine König sei,
Hoch über alle Götter,
Groß, mächtig, freundlich, fromm und treu,
Der Frommen Schutz und Retter,
Ein Wesen, drei Personen.
2.) Gott Vater, Sohn und Heilger Geist
Heißt sein hochheilger Name,
So kennt, so nennt, so rühmt und preist
Ihn der gerechte Same,
Gott Abraham, Gott Isaak,
Gott Jakob, den er liebet,
Herr Zebaoth, der Tag und Nacht
Uns alle Gaben gibet
Und Wunder tut alleine.
3.) Der Vater hat von Ewigkeit
Den Sohn, sein Bild, erzeuget;
Der Sohn hat in der Füll der Zeit
Im Fleische sich gezeiget.
Der Geist geht ohne Zeit herfür
Vom Vater und vom Sohne,
Mit beiden gleicher Ehr und Zier,
Gleich ewig, gleicher Krone
Und ungeteilter Stärke.
4.) Sieh hier, mein Herz, das ist dein Gut,
Dein Schatz, dem keiner gleichet!
Das ist dein Freund, der alles tut,
Was dir zum Heil gereichet,
Der dich gebaut nach seinem Bild,
Für deine Schuld gebüßet,
Der dich mit wahrem Glauben füllt
Und all dein Kreuz durchsüßet
Mit seinen heilgen Worten.
5.) Erhebe dich! Steig zu ihm zu
Und lern ihn recht erkennen!
Denn solch Erkenntnis bringt dir Ruh
Und macht die Seele brennen
In reiner Liebe, die uns nährt
Zum ewgen Freudenleben,
Da, was allhier kein Ohr gehört,
Gott wird zu schauen geben
Den Augen seiner Kinder.
6.) Weh aber dem verstockten Heer,
Das sich hie selbst verblendet,
Gott von sich stößt und seine Ehr
Auf Kreaturen wendet!
Dem wird gewiss des Himmels Tür
Einmal verschlossen bleiben;
Denn wer Gott von sich treibt allhier,
Den wird er dort auch treiben
Von seinem heilgen Throne.
7.) Ei nun so gib, du großer Held,
Gott Himmels und der Erden,
Dass alle Menschen in der Welt
Zu dir bekehret werden.
Erleuchte, was verblendet geht,
Bring wieder, was verirret,
Reiß aus, was uns im Wege steht
Und freventlich verwirret
Die Schwachen in dem Glauben,
8.) Auf dass wir also allzugleich
Zur Himmelspforte dringen
Und dermaleinst in deinem Reich
Ohn alles Ende singen,
Dass du alleine König seist
Hoch über alle Götter,
Gott Vater, Sohn und heilger Geist,
Der Frommen Schutz und Retter,
Ein Wesen, drei Personen.
++++++++++++++++++++++++++++
Autor: Paul Gerhardt, 1640
++++++++++++++++++++++++++++
gefunden in: Paul Gerhardt - Lieder und Gedichte
Verlag Paul Müller, München, 1949
Herausgegeben von Eberhard von Cranach-Sichart
Kapitel Dreifaltigkeit, Seite 66
+++++++++++++++++++++++++++++++++
Paul Gerhardt, geb. 12. März 1607 in Gräfenhainichen (Sachsen), Hauslehrer in Berlin, 1651 evangelisch-lutherischer Propst in Mittenwalde (Mark Brandenburg), 1657 Pfarrer an St. Nikolai in Berlin. 1667 seines Amtes enthoben, weil er als überzeugter Lutheraner dem Toleranzedikt des reformierten Großen Kurfürsten nicht zustimmen konnte, 1669 Archidiakonus in Lübben (Spreewald), dort gestorben 27. Mai 1676.
Er ist nach Martin Luther der bekannteste und produktivste Kirchenlieddichter. Seine etwa 130 Lieder bezeugen auf dem Hintergrund des Dreißigjährigen Krieges persönliches Gottvertrauen und christliche Heilserfahrung. Crüger und Ebeling vertonten viele seiner Gedichte.
+++++++++++++++++++++++++++++
Paul Gerhardt (12 March 1607 – 27 May 1676) was a German hymn writer. He is commemorated as a hymnwriter in the Calendar of Saints of the Lutheran Church on 26 October with Philipp Nicolai and Johann Heermann.
Gerhardt was born into a middle-class family at Gräfenhainichen, a small town between Halle and Wittenberg. At the age of fifteen, he entered the Fürstenschule in Grimma. The school was known for its pious atmosphere and stern discipline. The school almost closed in 1626 when the plague came to Grimma, but Paul remained and graduated from there in 1627. In January 1628 he enrolled in the University of Wittenberg. There, two teachers in particular had an influence on him: Paul Röber and Jacob Martini. Both of these men were staunch Lutherans, promoting its teachings not only in the classroom but in sermons and hymns. Röber in particular often took his sermon texts from hymns. In this way Gerhardt was taught the use of hymnody as a tool of pastoral care and instruction.
Gerhardt graduated from the University of Wittenberg around 1642. Due to the troubles of the Thirty Years War it seems he was not immediately placed as a pastor, and thus moved to Berlin where he worked as tutor in the family of an advocate named Andreas Barthold. During his time in Berlin his hymns and poems brought him to the attention of Johann Crüger the cantor and organist at the Nicolaikirche in Berlin. Crüger was impressed by Gerhardt's hymns and included eighteen of them in his "Praxis pietatis melica" (1656). The hymns proved popular, and Gerhardt and Crüger began a collaboration and friendship that continued for many years.
Der Fun Park unter den Canyoningtouren und sicher die beste Canyoningtour im Zillertal. Mit Seil, Klettergurt, Neoprenanzug und Helm bist du perfekt gerüstet für deinen ersten Canyon. Wenn du dem Weg des Wassers folgst, seilt dich der Guide mit geübter Hand ab. Du wagst Sprünge in glasklare Pools und dringst immer tiefer in die Schlucht vor.
Geh, liebe Seele, mit den Weisen
1.) Geh, liebe Seele, mit den Weisen,
Hör, wo der neue König ist!
Ach, eile fort dahin zu reisen,
Damit du nahe bei ihm bist,
Steh, wie die Juden, nicht so fern,
Geh, geh, und suche deinen Herrn!
2.) Jedoch willst du denselben finden:
So weiche von der Lasterbahn.
So hüte dich vor allen Sünden,
Und sei mit Glauben angetan!
Lass die Vernunft beiseiten stehn,
Dafern du nicht willst irre gehn.
3.) Es ist ein klarer Stern erschienen,
Das Wort des Höchsten leuchtet dir,
Das lasse dir zur Leitung dienen,
Und stell dir's augenblicklich für.
Nach diesem gehe sicher fort,
So kommst du an den Freudenort.
4.) Und wenn du nun den König funden,
Wenn du den Herrn erfraget hast.
So rühm und ehr ihn alle Stunden,
Und halt dich als ein frommer Gast,
Schenk ihm, nach wahrer Christen Brauch,
Gold, Myrrhen und auch Weiherauch.
5.) Gib ihm das reine Gold, den Glauben,
Das in der Kreuzeshitze liegt!
Lass Welt und Satan immer schnauben,
Dies Gold, das alles überwiegt,
Behält doch endlich noch den Platz
Und Jesus bleibt dein bester Schatz.
6.) Die Myrrhen ist zwar etwas bitter,
Jedoch von großer Nutzbarkeit.
Sie balsamieret die Gemüter,
Ihr Vorteil währet lange Zeit.
Drum bringe Jesu an der Schuld
Die schönen Myrrhen der Geduld.
7.) Und endlich musst du ihm auch bringen
Den Weihrauch deiner Bet-Andacht.
Und soll der Rauch gen Himmel dringen,
Den dieses Opferfeuer macht.
So halt den Herzens-Tempel rein
Und lass den Geist das Feuer sein.
8.) Mit allen jetzt erwählten Gaben
Beschenk den König aller Ehrn,
So wirst du ihn zum Freunde haben,
Und er wird dich die Wege lehrn,
Worauf man in den Himmel reist,
Wo er die Seinen ewig speist.
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Autor: Johann Neumann
Melodie: Wer nur den lieben Gott lässt walten
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Gottliebender Seelen Geistliche Nachlese
Des an denen Sonn- Fest- und Apostel-Tagen
Bey öffentlicher Gemeine eingeerndteten Göttlichen Worts [...]
abgefasset von Johann Neumann
Verlag Johann Christian Martini
Leipzig, 1715
Thema: Epiphanias
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Johann Neumann, (in Johann Caspar Wetzels Hymnopoeographia: Johannes Neumann), veröffentlichte als Student der evangelischen Theologie in Leipzig zwei Sammlungen eigener Lieder, zum einen das 1718 in Leipzig erschienene 'Heilig-Christ und Christ-heiliges Ostergespräch', zum andern die 1715 in Leipzig verlegte 'Gottliebender Seelen Geistliche Nachlese'. Weitere Lebensdaten sind nach derzeitiger Quellenlage unbekannt.
+++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º°´°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸
Johann Neumanns Lieder/ Hymns
¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º°´°º¤ø,¸¸,ø¤º°`°º¤ø,¸
-------------------------
Aposteltage
-------------------------
-------------------------
Beschneidungsfest
-------------------------
-------------------------
Buß- und Bettag
-------------------------
-------------------------
Epiphanias
-------------------------
-------------------------
Himmelfahrt
-------------------------
-------------------------
Mariä Heimsuchung
-------------------------
Ich bleibe Gott, dem Herrn, allein
-------------------------
Passion
-------------------------
-------------------------
Tag der unschuldigen Kinder
-------------------------
-------------------------
Trinitatis
-------------------------
Wird hier ein Mensch nicht neu geboren
-------------------------
Derzeit noch nicht erfasst / Currently not scanned
-------------------------
Ach Gott, du mildes Wesen, du Feind der Heuchelei
Ach Gott, erhör mein Sehnen und mein Schreien
Ach Gott, wer bin ich, dass du dich so oft
Ach Herr, mein Hort, merk auf mein Wort
Ach Herr, wie viel sind meiner Feinde
Ach Jesu, sei willkommen, du Trost
Ach Jesu, sende deinen Tröster
Ach komm und folge mir, verlasse dein Gewerbe
Ach mein Jesu, wie so lange wendest du
Ach, bleib bei uns, Herr Christ, es kann auf dieser Erden
Ach, Christenleute, kommt, ach, kommt zusammen
Ach, erschrecket nicht, blöde Osterherzen
Ach, Herr, verfahre nicht mit mir in deinem Grimme
Ach, heule, Tor, schrei, Stadt, empor
Ach, lasset uns Gott lieben, er hat uns
Ach, nehmet Jesum doch mit Freuden
Ach, Seele, Seele, traure nicht
Ach, wie ofte hast du dich, o mein Volk
Als Jesus durch die Allmachtsstärke
Also hat Gott die Welt geliebet, dass er sein Bestes gab
Auf dein Gebot will ich, mein Gott
Auf, auf, betrübtes Herze, erhole deinen Mut
Bessre sich, du schnöder Sinn
Das Gott erbarm, man will den Arm
Des Geistes Frucht ist reine Liebe
Des Geistes Hochmut ist ein Gift
Die Ottern und ihr Giftgezücht
Du bist Christus, du bist mein Erretter
Du Jesu, höchster Schatz, gibst allen Schätzen Platz
Du Sohn Davids, erbarm dich mein
Es ist genug, dass hier ein jeder Tag
Es ist vollbracht, mein Leiden ohne Zahl
Es stelle heut sein Trauern ein
Frisch auf, du kleine Herde, frisch auf
Geh, liebe Seele, mit den Weisen
Gott hat alles wohl gemacht, drum befiehl ihm
Gott ist barmherzig und genädig
Gott ist kein Ding unmöglich
Gott nimmt sich der Sünder an
Gute Nacht, du arge Welt
Herr, wende dich, Herr wende dich zu mir
Herr, willst du mein denn gar vergessen
Hilf, Herr, ich verderbe
Hilf, Jesu, dass ich dir nachziehe
Höchster Gott, getreuer Vater, sei mit
Ich bin die Türe zu den Schafen
Ich bin vergnügt, dass Gottes Huld
Ich will bei Christo sein, mein Sehnen ist im Himmel
Ihr Christen, denkt an eure Taufe
Jesu, du mein starker Held
Jesu, du Trost Israel, du mein Hort
Jesu, fester Glaubensgrund
Jesu, Jesu, du allein bist und bleibest meines Freude
Jesu, Jesu, mein Verlangen, zeige mir die Lebensbahn
Jesus ist erstanden von den Todesbanden
Kommet zur Hochzeit, kommt zum Himmelsmahle
Kommt alle her zu mir
Lass allen Kummer schwinden
Liebt eure Feidne, segnet, die euch fluchen
Mein Gott, es geht ein neuer Morgen
Mein Gott, wenn ich den Lauf erwäge
Mein Gott, wie wohl ich Asche bin
Mein Herr Jesus lässt mich nicht
Mein Herr und mein Gott, du trägest mich Armen
Mein Herz, geh Jesu nach, betrachte seine Werke
Mein Herze spricht, Ich wundre mich
Mein Jesu, du bist mein Verlangen
Mein Jesu, lass mich dein Wort gerne lesen
Mein Wandel gehet nach dem Himmel
Meine Hoffnung bleibt gegeründet
Merkts doch einmal, ihr stolzen Sünder
Nun bin ich abermal dem Grabe näher kommen
Nun geh ich hin, nun ist die Zeit
O Christenherz, bedenk den Schmerz
O Mensch, bedenk das Ende, dass du nichts Übels tust
O Menschenkind, heb deine Augen auf
O Traurigkeit, o Herzeleid, so heißt jetzt meine Klage
O, wie so selig, selig sein, die Gottes Wort gern hören
Seid fröhlich und erschrecket nicht
Was dünket euch, ihr hart verstockten Juden
Was lehnt sich doch der Mensch, als Erde
Was mein Gott will, das gscheh allzeit, das, das ist meine Bitte
Weich, weich, verhasste Sündennacht
Wenn ihr nicht Zeichen und viel Wunder sehet
Wenn Jesu Jünger zanken
Wer nimmt sich unser an
Wer, Jesu, deine Worte hält
Wes ist das Bild, was ist die Überschrift
Wie geht doch dieses gleichwohl zu
Wie hör ich das von dir
Wie stehet im Gesetz geschrieben
Wo rührt das Unkraut her
Wohl dem, der nicht auf bösen Wegen
Zieht den alten Menschen aus
In der sommerlichen Mittagshitze dringen nur wenige Sonnenstrahlen direkt bis in die engen Gassen der Altstadt. Partiell setzen sie jedoch interessante Details in Szene. Hier scheint der Zahn der Zeit den mächtigen Mauerwerken nichts entgegenstellen zu können.
Der Fun Park unter den Canyoningtouren und sicher die beste Canyoningtour im Zillertal. Mit Seil, Klettergurt, Neoprenanzug und Helm bist du perfekt gerüstet für deinen ersten Canyon. Wenn du dem Weg des Wassers folgst, seilt dich der Guide mit geübter Hand ab. Du wagst Sprünge in glasklare Pools und dringst immer tiefer in die Schlucht vor.
Bild: Nordfriedhof, Wiesbaden. im Winter (nachbearbeitetes Photo)
+++++++++++++++++++++++++++
Herr, ich kann in Frieden fahren
- Lied des Simeon -
1.) Herr, ich kann in Frieden fahren,
Denn dein Morgen rötet sich,
Hab erharrt in langen Jahren,
was ich schaue sichtbarlich.
2.) Was uns heilig zugeschworen,
Ist wahrhaftig auch geschehn.
Dieses Zeichen war erkoren
Vieler Fall und Auferstehn.
3.) Mag das Schwert zum Herzen dringen, (a)
Schallen soll der Glockenklang.
Hell und mutig will ich singen
Meinen letzten Schwanensang. (b)
4.) Neues Leben hat begonnen,
Jung und schön und wunderbar,
All' die alten Liebesbronnen
Fließen auch noch süß und klar.
5.) Wenn die Greise Kinder werden,
Weisheit aus den Kindern spricht,
Spielet wieder auf der Erden
Hell und frisch das Himmelslicht.
6.) Herr, nun lass den Diener ziehen,
Lass ihn von dem langen Tun,
Von den Sorgen, von den Mühen
Sanft in seinem Erbteil ruhn.
(a) vgl. Evangelium des Lukas, 2. Kapitel, Vers 34f
(b) Todeslied
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Autor: Maximilian von Schenkendorf
Melodie: Eigene Melodie/ohne Angaben
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Max von Schenkendorfs Gedichte
Herausgegeben von A. Hagen
Cotta'scher Verlag
Stuttgart, 1862
Liednummer 478
Thema: Darstellung des Herrn
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Maximilian von Schenkendorf (* 11. Dezember 1783 in Tilsit in Ostpreußen; † 11. Dezember 1817 in Koblenz; vollständiger Name Gottlob Ferdinand Maximilian Gottfried von Schenkendorf, auch Schenckendorff) war ein deutscher Schriftsteller.
Maximilian von Schenkendorf studierte von 1798 bis 1806 Kameralwissenschaften an der Albertina-Universität in Königsberg. Danach war er dort im Staatsdienst. 1809 wurde er in einem Duell verletzt und konnte seine rechte Hand nicht mehr bewegen. Ab 1807 war er Mitherausgeber der Zeitschrift Vesta. 1812 war er in Karlsruhe mit Johann Heinrich Jung-Stilling befreundet. 1813 nahm er als Freiwilliger an den Befreiungskriegen teil, auch an der Völkerschlacht bei Leipzig. Ab 1815 war er für das Militärgouvernement in Aachen und in Köln tätig. Er ließ sich dann Ende 1815 in Koblenz als Regierungsrat nieder. Das Grab Schenkendorfs und seiner Frau befindet sich auf dem Koblenzer Hauptfriedhof.
Maximilian von Schenkendorf gilt als einer der bedeutendsten Lyriker der Befreiungskriege. Er schrieb die Texte der Lieder 'Freiheit, die ich meine' und 'Wenn alle untreu werden'. Seine Gedichte waren aber auch mystisch durch Juliane von Krüdener und Henriette Elisabeth Barclay beeinflusst. Schenkendorf heiratete Frau von Barkley am 15. Dezember 1812. Sein Gedicht 'Todessehnen' wurde durch die Vertonung von Johannes Brahms in den 'Sechs Liedern für eine tiefe Stimme', op. 86 besonders bekannt.
++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++
Opfer nicht und Zauberworte
Dringen durch der Erden Pforte,
Erhörung ist nicht hier.
Das Ungeborne ruhet hier verhüllet,
Geheimnisvoll, bis seine Zeit erfüllet.
Karoline von Günderode
3FM Serious Request draait dit jaar om diarree. Jaarlijks overlijden er wereldwijd 800.000 kinderen aan de gevolgen van diarree en om dat aantal terug te dringen, zetten 3FM en het Rode Kruis zich van 18 t/m 24 december vanuit Leeuwarden in om zoveel mogelijk geld in te zamelen voor deze stille ramp. Details: www.3fm.nl
latze oder Spende
Foto: Martin Aschauer/ Global 2000
GLOBAL 2000 und TBWA\Wien scheren sich um die Tschernobyl-Kinder.
Wien, am 11. April 2016 – Tschernobyl tötet noch immer: Auch 30 Jahre nach der Reaktorkatastrophe erkranken und sterben Kinder in der Region an Krebs. Mit dem zugespitzten Kampagnen-Motto „Glatze oder Spende“ rufen die österreichische Umweltschutzorganisation GLOBAL 2000 und die Werbeagentur TBWA\Wien dazu auf, nicht auf diese Katastrophe zu vergessen und lassen dem Publikum nur zwei Möglichkeiten: Entweder mit einer selbstgeschorenen und auf facebook geposteten Glatze ein auffälliges Zeichen der Solidarität zu setzen und diese Glatze belohnen zu lassen. Oder einfach selbst Geld zu spenden.
Gerda Reichl-Schebesta, ECD der Agentur TBWA\Wien: „Die größte Herausforderung für diese Kampagne ist es, überhaupt Aufmerksamkeit zu bekommen: Tschernobyl ist zeitlich weit weg, die heutigen Betroffenen sind außer Sichtweite - und wen schert schon eine Katastrophe von vor 30 Jahren? Deshalb haben wir eine Idee entwickelt, die letztlich ein drastischer und höchst symbolischer Akt ist, der um Aufmerksamkeit heischt: Menschen scheren sich selbst vor laufender Kamera eine Glatze. Das bewegt: Besonders, wenn es eine Frau tut, die damit quasi zu einem 'letzten Mittel' greift, um dafür zu werben, sich zu 'scheren'.“
Die Glatze - auch als Zeichen der Solidarität mit den krebskranken Tschernobyl-Kindern, die aufgrund einer Chemotherapie ihre Haare verlieren - hat Auftraggeber Reinhard Uhrig, Kampagnenleiter bei GLOBAL 2000, sofort begeistert: „Wir sehen darin ein große Chance, die ÖsterreicherInnen an dieses Thema zu erinnern und zur Unterstützung zu bewegen. Das schafft man mit den üblichen Bildern von kranken Kindern nicht ausreichend. Die Bilder der Werbekampagne dringen deutlich ins Herz der BetrachterInnen.“ In einem Live-Scher-Event bei Friseur Herold im 1. Wiener Bezirk bekommt die Aktion noch mehr Momentum: „Für jeden, der sich heute eine Glatze scheren lässt, zahlen SponsorInnen 1.000 Euro in den Spendentopf. Das macht das 'Haar-Opfer' noch wertvoller und motiviert: Es haben sich sofort begeisterte Freiwillige gemeldet! Wir danken den SponsorInnen oekostrom AG und Münzer.
„Die Entscheidung, bei dieser Kampagne alles Naheliegende wie z.B. Bilder betroffener Kinder zu vermeiden und stattdessen einen disruptiven Ansatz zu wählen, entspricht unserer Arbeitsweise. Unter dem Motto TBWA\FORGOOD haben wir uns entschlossen, jedes Jahr zwei bis drei Projekte auszuwählen, denen wir unsere Kreativität pro bono zur Verfügung stellen. Denn was wir als Agentur für eine gute Sache leisten können, ist ein komplexes Thema, wie es Tschernobyl ist, auf eine Idee, auf ein Bild zu verdichten, das Menschen erreicht. Das ihnen ein Thema verständlich und greifbar macht und ihre Herzen öffnet. Diese Arbeit für eine Herzensangelegenheit macht sich auch für uns auf nicht-monetäre Art hundertfach bezahlt: durch die Begeisterung, mit der alle, die daran arbeiten, bei der Sache sind. Durch den Stolz, den alle Beteiligten verspüren, wenn eine gute und mutige Idee Gestalt annimmt. Durch die Energie, die frei wird, wenn einen ein Projekt mitten ins Herz trifft. Und nicht zuletzt durch den Mut, den ein Kunde wie GLOBAL 2000 bei der Umsetzung unserer Ideen hat. Dafür sind wir dankbar,“ erklärt Irene Sagmeister, GF von TBWA\Wien die Beweggründe für diese Projektarbeit.
Part of two leaves (bifolium). 157 by 107mm. Double column, 36 lines, ruled in brown ink, written space 128 by 82mm; gothic hand.
Text: Part of the Offices for Christmas Eve and Christmas Day and for the feast of St John the Evangelist (27 December). The occurrence of nine rather than twelve readings suggests secular and not monastic use.
Decoration: Rubrics in red, some underlining in red; 1- and 2-line initials in red.
Provenance: From an album of fragments from Oxford bindings and elsewhere compiled by Philip Bliss (1787–1857). It sold in his sale, Sotheby’s, 21 August 1858, lot 100, and entered into the collection of Sir Thomas Phillipps (1792–1872). The album (probably Phillipps MS.15659) was lot 390 in the Phillipps sale, Sotheby’s, 24 April 1911, bought by E. H. Dring (d. 1928), managing director of Quaritch. This fragment and others were inherited by E. M. Dring (d. 1990), who donated some to the Bodleian and sold the remaining manuscripts to Quaritch. These binding fragments were mostly dispersed by Quaritch in 1984 and 1985. Purchased from Quaritch catalogue 1056 (1985), no. 66.
References: Manion, Vines, de Hamel no. 114; Reed Early Bibles no. 32.
Shelfmark: RMM Fragment 52.
Description reproduced from Medieval and Renaissance Manuscripts in New Zealand Collections (London, 1989) by permission of the authors (Christopher de Hamel, Margaret Manion, and the family of Vera F. Vines).
Friday evening at my hometown (actually it's a city).
Everything is quiet, moody is stagnated. The feeling is like there happens nothing when looking at the boats at the river.
Occasionally there's some drung youngsters or oldsters wandering around and dringing more to get more drunk.
However I like it. Expect those drunkard.
Toyo 4x5 camera, Adox CHS 100 Art B&W film, developed in Thornton's D-23 variant.
Symmar-S 5.6/150mm lens and 2 minutes exposure.