View allAll Photos Tagged A77M2
Passiflora, the passion flowers or passion vines, is a genus of about 500 species of flowering plants, the namesakes of the family Passifloraceae. They are mostly tropical climbing vines, with some being shrubs, and a few species being herbaceous. The flower come in many varieties with different flower sizes and colors.
A common passionflower color is purple, but the flowers also come in very bright pink, red, blue, yellow and green. The fruit of a passiflower is a berry.
The genus Passiflora is found in South and Central America, China, and Southern Asia, New Guinea, a few species in Australia, New Zealand and 9 species in southern North America. Passiflora is absent in Europe, northern and western Asia, and in Africa.
In Africa is growing the closely related genus Adenia in the family Passifloraceae.
This picture was taken in "De Passiflorahoeve" (Passiflorafarm) in Harskamp, the Netherlands.
De passiebloemen (Passiflora) is een geslacht van meest overblijvende en klimmende planten met ranken in de familie Passifloraceae. Ook zijn er bomen en struiken onder de passiebloemen. De zeer variabel gevormde bloemen komen in verschillende maten en kleuren voor. De meest algemene kleur is paars, maar er zijn ook fel roze, rode, blauwe, witte, gele en groene bloemen. De vrucht van een passiebloem is een groot uitgevallen bes. Er zijn ruim 500 soorten passiebloemen bekend.
Het natuurlijke verspreidingsgebied van de passiebloemen ligt in Midden- en Zuid-Amerika, op de Cariben en negen soorten in zuidelijk Noord-Amerika. In Zuid-Amerika komen ze voor van de Andes tot in tropisch laagland. Ook in Australië, Oceanië en in het zuiden en zuidoosten van Azië komen van oorsprong een klein aantal passiebloemen voor. Europa en Afrika hebben geen passiebloemen. In Afrika ligt wel het natuurlijke verspreidingsgebied van het verwante geslacht Adenia.
Deze foto is gemaakt in de passiebloementuin van zorgboerderij De Passiflorahoeve bij Harskamp tussen Arnhem, Ede en Apeldoorn. Info: www.passiflorahoeve.nl.
__________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien). All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
__________________________
.
.
Instantly recognisable water lilies (family Nymphaeaceae) are possibly the most sought after of all water plants. They live as aquatic herbs in temperate and tropical climates around the world.
The family contains five genera with about 70 known species.
Water lily colours are typically blue, pink, magenta, yellow or white. There are also the unusual colour combinations of orange, peach, yellow and green.
This picture was taken in the Botanical gardens of the Utrecht University in the Netherlands.
De direct herkenbare waterlelies (familie Nymphaeaceae) zijn mogelijk het meest gewild van alle waterplanten in gematigde en tropische klimaten over de hele wereld.
De familie bevat vijf geslachten met ongeveer 70 bekende soorten.
De bloemen en bladeren drijven op het water. De wortels houden de planten op hun plaats. Waterleliekleuren zijn meestal blauw, roze, magenta, geel of wit. Er zijn ook de ongebruikelijke kleurencombinaties van oranje, perzik, geel en groen.
Deze foto is gemaakt in het vlinderhuis van de Botanische Tuinen van de Utrechtse Universiteit.
______________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien).
All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
______________________________
.
.
The African Swallowtail (Papilio dardanus), too the Mocker Swallowtail or Flying Handkerchief, is a species of butterfly in the family Papilionidae (the Swallowtails).
The African Swallowtail is endemic and widespread in the tropical African countries south of the Sahara Desert.
The wingspan is about 8.5 – 11.5 cm. The male is creamy white in color with velvet-like black spots on it's upper side and it has a creamy white underside with carmel colored detailing.
The males have long tails on their hind wings; the females not.
While the males maintain a typical swallowtail appearance, the females occur in over thirty different mimetic forms. The female of the species is a master of protective disguise. The female forms are remarkably diverse and mimic other butterflies, so protecting themselves against predators.
This picture was taken in the indoor butterfly garden "De Passiflorahoeve" in Harskamp, the Netherlands.
________________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd. All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
________________________________
.
.
Passiflora, the passion flowers or passion vines, is a genus of about 500 species of flowering plants, the namesakes of the family Passifloraceae. They are mostly tropical climbing vines, with some being shrubs, and a few species being herbaceous. The flower come in many varieties with different flower sizes and colors.
A common passionflower color is purple, but the flowers also come in very bright pink, red, blue, yellow and green. The fruit of a passiflower is a berry.
The genus Passiflora is found in South and Central America, China, and Southern Asia, New Guinea, a few species in Australia, New Zealand and 9 species in southern North America. Passiflora is absent in Europe, northern and western Asia, and in Africa.
In Africa is growing the closely related genus Adenia in the family Passifloraceae.
Ontluikende passiebloem
De passiebloemen (Passiflora) is een geslacht van meest overblijvende en klimmende planten met ranken in de familie Passifloraceae. Ook zijn er bomen en struiken onder de passiebloemen. De zeer variabel gevormde bloemen komen in verschillende maten en kleuren voor. De meest algemene kleur is paars, maar er zijn ook fel roze, rode, blauwe, witte, gele en groene bloemen. De vrucht van een passiebloem is een groot uitgevallen bes. Er zijn ruim 500 soorten passiebloemen bekend.
Het natuurlijke verspreidingsgebied van de passiebloemen ligt in Midden- en Zuid-Amerika, op de Cariben en negen soorten in zuidelijk Noord-Amerika. In Zuid-Amerika komen ze voor van de Andes tot in tropisch laagland. Ook in Australië, Oceanië en in het zuiden en zuidoosten van Azië komen van oorsprong een klein aantal passiebloemen voor. Europa en Afrika hebben geen passiebloemen. In Afrika ligt wel het natuurlijke verspreidingsgebied van het verwante geslacht Adenia.
Deze foto is gemaakt in de siertuin van zorgboerderij De Passiflorahoeve bij Harskamp op de Veluwe.
__________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien). All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
__________________________
.
.
The Constantine's swallowtail (Papilio constantinus) is a species of butterfly in the family Papilionidae (the Swallowtails).
This African Swallowtail is endemic and widespread in the tropical African countries south of the Sahara Desert.
The wingspan is 70–90 mm in males and 80–95 mm in females.
The ground colour is black with pale yellow or white markings.
Het Constantijns zwaluwstaartje of Constantijns pege (Papilio constantinus) is een dagvlinder uit de familie Papilionidae, de grote pages. De vlinder is wijdverbreid in de tropische Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara. De vleugelspanwijdte is 70-90 mm bij mannetjes en 80-95 mm bij vrouwtjes.
De grondkleur is zwart met lichtgele of witte aftekeningen.
Deze foto is gemaakt in de overdekte tropische vlindertuin van zorgboerderij De Passiflorahoeve bij Harskamp op de Veluwe.
____________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd. All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
____________________
.
.
The Old World Swallowtail or Common Yellow Swallowtail (Papilio machaon) is a butterfly of the family Papilionidae (the Swallowtails). The imago typically has yellow wings with black vein markings, and a wingspan of 60 - 90 mm. The hind wings of both sexes have a pair of protruding tails which give the butterfly its common name from the resemblance to the birds of the same name. Just below each tail is a red eye spot and six blue spots. The underside is somewhat paler in colour. This species of butterfly, Papilio machaon, is found primarily in Europe and Asia, but also in parts of North America and northern Africa.
De koninginnenpage (Papilio machaon) is een vlinder uit de familie van de pages (Papilionidae).
De koninginnenpage is een wat bekendere soort in vergelijking met andere pages vanwege de relatief grote spanwijdte van 60 à 90 mm en de overwegend gele kleuren. De vleugels hebben daarnaast een opvallende zwart-gele tekening met blauwe accenten, een rode vlek aan de achtervleugel en een langwerpig, zwart gekleurd vleugelaanhangsel dat de zwaluw- of vogelstaart wordt genoemd.
De koninginnenpage heeft een zeer groot verspreidingsgebied dat vrijwel geheel Europa omvat, maar ook grote delen van Azië en het uiterst noordoostelijke deel van Afrika. Daarnaast is de soort ook algemeen in grote delen van Noord-Amerika.
De soort is één van de grootste en meest aansprekende vlinders die in Nederland en België wordt aangetroffen, maar is hier niet algemeen. In het grootste deel van westelijk en noordelijk Europa is het een zeldzame zwervende soort. Het aantal koninginnenpages neemt hier door de warmere zomers overigens wel toe.
Deze foto is gemaakt in de Europese vlindervolière van zorgboerderij www.passiflorahoeve.nl bij Harskamp.
____________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien). All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
____________________________
.
.
The Green iguana or Common iguana (Iguana iguana) is a large, arboreal herbivorous iguana native to the jungles of Central and South America, and the Caribbean. The green iguana has a wide distribution, ranging from northern Mexico, through Central America and into South America as far south as Peru, Paraguay, southern Brazil and northern Argentina. Green iguanas live high in the trees, generally near water. They are excellent swimmers.
De groene leguaan (Iguana iguana) is een hagedis uit de familie leguanen (Iguanidae). Het is een van de bekendste soorten leguanen en wordt veel in dierentuinen en als exotisch huisdier gehouden.
De groene leguaan kan een lengte van 1,5 tot 2 meter bereiken en wordt wel beschouwd als de meest indrukwekkende soort van alle leguanen. De lange staart beslaat twee derde van de totale lichaamslengte. De leguaan is meestal groen van kleur maar kan ook andere kleuren aannemen.
De groene leguaan is gemakkelijk te herkennen aan de karakteristieke, sterk vergrote ronde schub onderaan de achterzijde van de kop. Daarnaast zijn de keelwam en de geprononceerde stekelkam op de rug een duidelijk onderscheid, voornamelijk de halsstekels zijn zeer lang. De keelwam is bij dominante mannetjes het grootst. Volwassen mannetjes zijn ook het grootst.
De groene leguaan leeft in zuidelijk Noord-Amerika (Mexico), geheel Midden-Amerika en grote delen van noordelijk en centraal Zuid-Amerika. De leguaan komt voor in bossen en houdt zich op in takken, bij voorkeur langs de waterkant. Het is ook een uitstekende zwemmer. Omat ze vooral hoog in bomen leven, wordt deze hagedissensoort in Midden-Amerika ook wel boomkip genoemd.
De leguaan is eenmaal volwassen een vegetariër die voornamelijk bladeren eet.
Deze opname is gemaakt in de Vlindervallei, de overdekte vlindertuin van de Orchideeënhoeve in Luttelgeest (Flevoland, Noordoostpolder).
__________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien). All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
__________________________
.
.
The snail vine (Cochliasanthus caracalla, too Vigna caracalla) is native to tropical South America and Central America.
The species is named caracalla, a corruption of the Portuguese caracol, meaning snail.
This perennial climber produces usually purplish-blue, possibly with cream or yellow markings, highly fragrant flowers in late summer and autumn. The flowers with a distinctive curled snail shape, giving rise to the common names corkscrew vine, snail flower, snail vine, snail creeper, snail bean and caracalla bean.
The snail vine is not very hardy. It generally dies back in winter.
It was introduced into European gardens in the 18th century.
De kurketrekkerbloem of slak wijnstok (Cochliasanthus caracalla, ook Vigna caracalla) is inheems in Midden-Amerika en tropisch noordelijk Zuid-Amerika.
De soortnaam caracalla is een verbastering van het Portugese woord caracol, wat slak betekent.
Deze klimmende vaste plant produceert in de late zomer en herfst paars-blauwe, eventueel met wat crème of gele markeringen, sterk geurende bloemen. De bloemen hebben een opvallend gekrulde slak- of kurkentrekkersvorm,
De kurketrekkerbloem is niet erg winterhard. Het sterft meestal af in de winter, maar komt in het voorjaar weer snel op.
De plant werd geïntroduceerd in Europa in de 18e eeuw.
_____________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd. All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
_____________________________
.
.
The Monarch Butterfly is one of the most beautiful of all butterflies, some say, and are considered the “king” of the butterflies, hence the name “monarch”. The monarch (Danaus plexippus) is a milkweed butterfly (subfamily Danainae), in the family Nymphalidae.
The butterfly is sometimes called the "milkweed butterfly" because its larvae eat the plant. Adult female monarchs lay their eggs on the underside of milkweed leaves.
With its bright colours, large size, and slow powerful flight, the monarch is probably the most widely recognized of all North American butterflies. The bright orange wings, which span 93 to 105 mm, have a thick black border containing two rows of white spots.
In North America, the monarch ranges from southern Canada to northern South America. It rarely strays to western Europe (rarely as far as Greece) from being transported by U. S. ships or by flying there if weather and wind conditions are right. It has also been found in Bermuda, Hawaii, the Solomons, New Caledonia, New Zealand, Australia, Indonesia, Sri Lanka, India, the Azores, and the Canary Islands.
The monarch is in North America famous for its southward migration and northward return in summer from Canada to Mexico and Baja California which spans the life of three to four generations of the butterfly. The monarch is the only butterfly that migrates both north and south as the birds do on a regular basis.
This picture was taken in the outdoor aviary of the "De Passiflorahoeve" (Passiflorafarm) in Harskamp, the Netherlands.
____________________________
De monarchvlinder of monarch (Danaus plexippus) is een dagactieve vlinder in de familie Nymphalidae. De monarchvlinder is één van de bekendste soorten vlinders van Noord-Amerika omdat de soort daar in grote aantallen voorkomt. De monarchvlinder trekt in de lente in verschillende generaties naar het noorden en keert in de herfst weer terug naar het zuiden. Hier overwinteren de vlinders in enorme groepen van soms tientallen miljoenen exemplaren.
De monarchvlinder is een vrij grote soort, de totale lichaamslengte varieert tussen de 43 en 50 mm en de spanwijdte bedraagt tot 10 centimeter. De vleugels zijn opvallend door de overwegend oranje kleur met zwarte strepen.
De monarchvlinder komt voor in Noord-, Midden en noordelijk Zuid-Amerika. De volwassen insecten trekken echter de gehele wereld over, tot oostelijk in noordelijk Afrika en delen van Europa. Westelijk kan de monarchvlinder Australië en grote delen van Azië bereiken. De dieren kunnen tot 4500 kilometer van hun geboortegrond worden aangetroffen.
De rupsen eten de bladeren van verschillende soorten zijdeplant. Deze planten zijn giftig en de rupsen slaan het gif op zodat ze zelf ook giftig worden. Ook de volwassen vlinders zijn hierdoor oneetbaar voor de meeste dieren. Een aantal andere vlinders lijkt hierdoor op de monarchvlinder, zodat vijanden denken dat deze soorten ook giftig zijn.
De opname is gemaakt in de volière voor Europese vlinders van zorgboerderij De Passiflorahoeve bij Harskamp op de Veluwe.
______________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien).
All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
______________________________
.
.
The Chinese windmill (Byasa alcinous) is a medium to large sized butterfly of the family Papilionidae.
This species can be found in temperate east Asia from Bhutan, and eastern China to the southern Ussuri region, Korea and Japan.
The butterfly is present in mixed broadleaved forests.
The Chinese windmill has a wingspan reaching about 9–10 cm.
The basic colour of the wings is black or dark brown.
The hindwings have long tails and a chain of red spots at the edges. The thorax and the abdomen are mainly black on the upperside and the underside, with several black spots, while the other areas are red. Adults are on wing from May to August in two generations.
This picture was taken in the outdoor aviary of the "De Passiflorahoeve" (Passiflorafarm) in Harskamp, the Netherlands.
De Chinese windmill (Byasa alcinous), er is geen Nederlandse naam voor deze vlinder, is een soort uit de familie van de pages (Papilionidae). De vlinder komt voor in gematigd Oost-Azië, van Bhutan en Oost-China tot in Korea en Japan langs bosranden en in open delen van loofbossen.
Het mannetje is zwart. Het heeft gele of rode vlekken op zijn achtervleugels. De onderzijde van het lichaam heeft gele of rode haren. Het vrouwtje is donkerbruin of zwart.
De vleugelspanwijdte is 8 tot 10 cm.
De waardplant van de rups is de klimplant Aristolochia tagala. Dankzij de giftige stoffen die de plant bevat, zijn de vlinders en rupsen ook giftig. De vlinders vliegen tussen mei en begin september in twee generaties.
Deze foto is gemaakt in de buitenvolière van de inmiddels gesloten zorgboerderij De Passiflorahoeve bij Harskamp.
______________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien).
All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
______________________________
.
.
The Green iguana or Common iguana (Iguana iguana) is a large, arboreal herbivorous iguana native to the jungles of Central and South America, and the Caribbean. The green iguana has a wide distribution, ranging from northern Mexico, through Central America and into South America as far south as Peru, Paraguay, southern Brazil and northern Argentina. Green iguanas live high in the trees, generally near water. They are excellent swimmers.
De groene leguaan (Iguana iguana) is een hagedis uit de familie leguanen (Iguanidae). Het is een van de bekendste soorten leguanen en wordt veel in dierentuinen en als exotisch huisdier gehouden.
De groene leguaan kan een lengte van 1,5 tot 2 meter bereiken en wordt wel beschouwd als de meest indrukwekkende soort van alle leguanen. De lange staart beslaat twee derde van de totale lichaamslengte. De leguaan is meestal groen van kleur maar kan ook andere kleuren aannemen.
De groene leguaan is gemakkelijk te herkennen aan de karakteristieke, sterk vergrote ronde schub onderaan de achterzijde van de kop. Daarnaast zijn de keelwam en de geprononceerde stekelkam op de rug een duidelijk onderscheid, voornamelijk de halsstekels zijn zeer lang. De keelwam is bij dominante mannetjes het grootst. Volwassen mannetjes zijn ook het grootst.
De groene leguaan leeft in zuidelijk Noord-Amerika (Mexico), geheel Midden-Amerika en grote delen van noordelijk en centraal Zuid-Amerika. De leguaan komt voor in bossen en houdt zich op in takken, bij voorkeur langs de waterkant. Het is ook een uitstekende zwemmer. Omat ze vooral hoog in bomen leven, wordt deze hagedissensoort in Midden-Amerika ook wel boomkip genoemd.
De leguaan is eenmaal volwassen een vegetariër die voornamelijk bladeren eet.
Deze opname is gemaakt in de Vlindervallei, de overdekte vlindertuin van de Orchideeënhoeve in Luttelgeest (Flevoland, Noordoostpolder).
__________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien). All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
__________________________
.
.
The emerald swallowtail (Papilio palinurus), also known as the banded peacock, green-banded peacock or emerald peacock, is native to the primary forests of southeast Asia.
This species gets its name from the bright emerald green metalic band that runs across each of its dark greenish-black upperwings.
The underside is black with orange, white and blue spots along the hindwing edges. The hind wings of both sexes have a pair of protruding tails like the tail of some swallows.
The wingspan of about 8 - 10 cm classifies the emerald swallowtail as a medium to large sized butterfly.
This picture was taken in the tropical butterfly house of the botanical garden of the Utrecht University in the Netherlands.
Papilio palinurus is een dagvlinder uit het geslacht Papilio, de grote pages. Er is geen Nederlandse naam voor deze uit zuidoost Azië (Myanmar, Maleisië, Indonesië en de Filipijnen) afkomstige vlinder. De vlinder leeft daar vooral op de beboste berghellingen.
De bovenzijde van de vleugels is goenzwart met een licht groene metalic band dwars over de vleugels. Opvallend is ook de iriserende groene weerschijn op de vleugels.
De onderzijde van de vleugels is onopvallend grijszwart met kleine oranje, witte en blauwe eye-spots langs de achterste vleugelrand.
De vlinders hebben kleine staartje aan de achtervleugels.
Dit staartje is een kenmerk van de grote pages
De vleugelspanwijdte van deze middelgrote vlinder is 8 à 10 cm.
Deze foto is gemaakt in het vlinderhuis van de Botanische Tuinen van de Utrechtse Universiteit.
______________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien).
All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
______________________________
.
.
Franz TRATTNER`S FUNKORCHESTRA feat. NICOLE ROCHELLE - aus dem Jazzit Musik Club - vom 29.12.2017 - weitere Fotos unter:
www.jazzfoto.at/konzertfotos17/funk_and_soul_night/funkor...
Nicolle Rochelle: voc
Phillip Schröter: voc
Franz Trattner: dr
Lukas Krainjc: b
Jay Beitel: g
Franz Kreimer: keys
Matthias Leboucher: keys
Kurt Gersdorf: sax
Chris Kronreif: sax
Stefan Konzett: tb
Sliders Sunday - HSS!
Found this fallen tree by the shore of Buttermere and thought that it should be preserved for posterity. So, applied some colour to liven it up before encapsulating it in plastic wrap ... tiring work, time for a rest ..!
The musk thistle, too nodding thistle and nodding plumeless thistle (Carduus nutans) is a biennial herb in the family Asteraceae. It is originally native to regions of Europe and Asia. Mature plants range in height from 0,5 - 2 metres tall and have multi-branched stems. Musk thistle has sharply spiny stems and leaves. The stem is cottony/hairy.
The plant bears showy red-purple flowers. The large globose flower heads, containing hundreds of tiny individual flowers, are 2 - 8 cm diameter and occur at the tips of stems.
The flower heads commonly droop to a 90° to 120° angle from the stem when mature, hence its alternate name of 'Nodding thistle'.
The plant is an invasive species in various regions around the world.
De knikkende distel (Carduus nutans) is een plant uit de composietenfamilie (Asteraceae). De Nederlandse naam wordt ontleend aan dat de bloemhoofdjes knikken.
In Nederland komt de soort in het hele land vrij algemeen voor, vooral in de kuststreek van Noord-Holland en Zuid-Holland, en is de plant vrij zeldzaam in Zeeland en Zuid-Limburg.
De bloeitijd is van juni tot en met september.
De plant kan 0,5 à -2 m hoog worden en de stekelige stengels zijn ongevleugeld. De bladeren zijn aan de bovenkant kaal en glanzend en aan de onderzijde behaard.
De knikkende distel bloeit in Nederland van juni tot en met augustus met 2 à 8 cm brede, roodpaarse, knikkende bloemhoofdjes. Vandaar ook de naam 'knikkende distel'.
Een bloemhoofdje bestaat uit meer dan honderd zoet geurende bloempjes. De nectar stijgt in de 1 cm lange kroonbuis op.
Vooral hommels met een lange tong en vlinders bezoeken de bloemen. Zweefvliegen gebruiken het stuifmeel als voedsel.
Deze opname is gemaakt in de buitenvolière voor vlinders van zorgboerderij www.passiflorahoeve.nl bij Harskamp op de Veluwe.
____________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien). All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
____________________________
.
.
Tricyrtis is a genus of the botanical family Liliaceae (lily family, known in English as Toad Lilies, supposedly because many varieties have purple spotted, orchidlike flowers.
There are 16 different species and about 55 cultivars. Its native range is from the eastern Himalayas to eastern Asia, including China, Japan, Taiwan, and the Philippine Islands.
Toad lilies mainly grows in woods but can also be found in mountainous areas and on cliff sides.
Tricyrtis in general are late summer to late autumn flowering plants whose very exotic starry or bell-shaped flowers (8 to 12 cm) are borne on attractive arching stems, very similar to an orchid and passion flower. These occur in a wide range of forms usually spotted with a contrasting color.
Tricyrtis is een bloemengeslacht van lelieachtigen (Liliaceae), bekend onder de namen paddelelie en armeluis orchidee, maar ook tuinorchidee en bosorchidee. Er zijn 16 verschillende soorten bekend en ongeveer 55 kweekvormen. Met de naam bosorchidee wordt al een tipje van de natuurlijke vindplaats van deze bloemen opgelicht, namelijk de bosrijke berggebieden en ravijnen van de oostelijke Himalaya tot de eilanden voor de kust van oostelijk Azië (Japan, Taiwan en de Filippijnen).
Tricyrtis bloeit in het algemeen van de late zomer tot ver in de herfst. De langwerpige soms gevlekte bladeren zitten rechtop aan overhangende stengels. De trechter-, ster- of klokvormige 8 à 12 cm grote bloemen kunnen wit, geel, blauw of paars zijn en zijn meestal contrastrijk gespikkeld.
Een Tricyrtis is geen orchidee, maar voor 100% een lelie. De bloemen hebben in uiterlijk ook iets van een orchidee en een passiebloem, vandaar de populaire, maar verwarring gevende naam "armeluis orchidee".
Deze foto is gemaakt in de siertuin van zorgboerderij De Passiflorahoeve bij Harskamp op de Veluwe.
___________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd. All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
___________________________
.
.
The Small Tortoiseshell (Aglais urticae) is one of the most common butterflies in Europe with an easily recognisable pattern of orange with black, yellow and blue markings on the upper surface of the wings. The underside is dark brown marbling and very dreary.
The wingspan is 4.5 - 5.5 cm. The body is black and hairy.
The Small Tortoiseshell is widespread from the Atlantic coast of West-Europe across Russia to the Pacific coast of East-Asia.
It is perhaps the most well known of the nettle dependent butterflies and a frequent visitor to gardens in late summer.
De kleine vos (Aglais urticae) is een van de meest voorkomende vlinders in Europa, ook in Nederland, met een gemakkelijk herkenbaar kleurenpatroon.
De basiskleur van de bovenkant van de vleugels is oranje met zwarte, gele en blauwe vlekken. De onderkant is donkerbruin, gemarmerd en erg somber. De spanwijdte van de vleugels is 4,5 à 5,5 cm. Het lichaam is zwart en behaard.
De kleine vos is wijdverspreid van de Atlantische kust van West-Europa, via Rusland tot de kust van de Grote Oceaan in Oost-Azië.
Het is misschien wel de meest bekende van de brandnetel afhankelijk vlinders en een frequent bezoeker van tuinen in de late zomer. De waardplant is de algemeen voorkomende grote brandnetel.
Deze foto is gemaakt in een van de tuinen van zorgboerderij De Passieflorahoeve bij Harskamp. Info: www.passiflorahoeve.nl/
_____________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien).
All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
_____________________
.
.
No, this butterfly is not the famous glasswing (Greta oto) from Central America, but the larger lesser known giant glasswing (Methona confusa) from South America.
The glasswing (Greta oto) has a wingspan of 4.5 to 6.0 cm; the giant glasswing (Methona confusa) has a wingspan of 7.0 to 9.5 cm.
Both species have characteristic transparent wings.
The opaque borders of the wings of the giant glasswing are black. The margins of the hindwings show a series of small white spots. The body has a double parallel series of conspicuous white spots. Antennae are black, with yellowish tip.
The giant glasswing can be found in Brazil, Ecuador, Panama, Peru and Colombia. Adult giant glaswings inhabit the tropical rainforest at altitudes below about 700m, and feed on the nectar of a variety of tropical flowers.
This picture was taken in the tropical butterfly house of the botanical garden of the Utrecht University in the Netherlands.
Nee, dit is niet de bekende glasvleugelvlinder (Greta Oto) uit Midden-Amerika, maar een minder bekende nauw verwante veel grotere soort, de grote glasvleugelvlinder of giant glasswing (Methona confusa) uit Zuid-Amerika.
De glasvleugelvlinder (Greta Oto) heeft een vleugelspanwijdte van 4,5 à 6,0 cm; de grote glasvleugelvlinder (Methona confusa) heeft een vleugelspanwijdte van 7,0 à 9,5 cm.
Beide soorten hebben kenmerkende doorzichtige vleugels.
De niet doorzichtige aderen van de grote glasvleugelvlinder zijn zwart. Op de zwarte randen van de achtervleugels zitten kleine witte vlekken. Op het lichaam zit een dubbele rij opvallende kleine witte punten. De antennes zijn zwart met een wit uiteinde.
De grote glasvleugelvlinder is te vinden in Brazilië, Ecuador, Panama, Peru en Colombia, waar ze in de tropische regenwouden tot een hoogte van 700 meter voorkomen.
Ze voeden zich met nectar van verschillende bloemen.
Deze foto is gemaakt in het vlinderhuis in de Botanische Tuinen van de Utrechtse Universiteit.
________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd (Foto Martien). All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
________________________
.
.