View allAll Photos Tagged modelflat
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
Thanks for the comments.
Please don't use this image on websites, blogs or other media without my explicit written permission.
©VR Danduprolu: All rights reserved.
Door to your Happiness and Pride🏠
60% open space no common walls
Sai Nandana Gp Pride is a budget-friendly Project located in BannerghattaRoad,SouthBangalore.
📌 Anjanapura 11th Block, Anjanapura Twp, Bengaluru, Karnataka 560083
📱 +91-90089 99995
#5ElementsRealty #luxury #bungalow #villas #Flatsforsale #buynow #investment #realtor #residential #property #properties #modelflat #apartmentsforsale #realestateagent #bangaloreexpert #selling #luxurylistings #openhouse #houseforsale #BuildersandDevelopers #happyhome #residentialproject #fridaysale #construction #3bhkflats #buyflats #affordableprice #realestateinvestment #GPPride #Bangalore #futuregoals #buynewhome #luxuryflats #dreamhouse #residentialprojects
Embrace the next level of Living
GR Greenline - Best Luxury 2BHK & 3BHK Apartments with Delightful Amenities in JP Nagar, Bangalore
📌 Chunchgatta Main Rd, Beereshwara Nagar, Chunchgatta, Phase 7, Konanakunte, Bengaluru, Karnataka 560078
📱 +91-90089 99995 / +91-90085 55550
#5ElementsRealty #BuildersandDevelopers #Monday #construction #realestateinvestment #home #sweethome #Bangalore #JPNagar #futuregoals #buynow #3bhkflats #buyflats #buynewhome #luxuryflats #dreamhouse #modelflat #residentialprojects #luxury #Flatsforsale #property #investment #realtor #residential #property #properties #apartmentsforsale #realestateagent #specialday #dreamhomegoals #luxuryapartments #residentialproperties
Sai Nandana Grandeur - Best 2BHK & 3BHK Apartments with Wonderful Amenities
📌 Balaji Gardens Layout, Gottigere, Bengaluru, Karnataka 560076
📱 90089 99995
#5ElementsRealty #buynewhome #dreamhouse #modelflat #BuildersandDevelopers #Monday #realestateinvestment #home #sweethome #kidsfashion #Bangalore #JPNagar #Bannerghatta #futuregoals #buynow #3bhkflats #buyflats #residentialprojects #Flatsforsale #luxury #property #investment #realtor #residential #properties #apartmentsforsale #realestateagent #residentialproperties #2bhkflats #sainandanagrandeur #specialday #flatdesign
The Karl-Marx-Allee is a monumental socialist boulevard built by the GDR between 1952 and 1960 in Berlin Friedrichshain and Mitte. Today the boulevard is named after Karl Marx.
The boulevard was named Stalinallee between 1949 and 1961 (previously Große Frankfurter Straße), and was a flagship building project of East Germany's reconstruction programme after World War II. It was designed by the architects Hermann Henselmann, Hartmann, Hopp, Leucht, Paulick and Souradny to contain spacious and luxurious apartments for plain workers, as well as shops, restaurants, cafés, a tourist hotel and an enormous cinema (the International).
The avenue, which is 89 m wide and nearly 2 km long, is lined with monumental eight-storey buildings designed in the wedding-cake style, the socialist classicism of the Soviet Union. At each end are dual towers at Frankfurter Tor and Strausberger Platz designed by Hermann Henselmann. The buildings differ in the revetments of the facades which contain often equally, traditional Berlin motifs by Karl Friedrich Schinkel. Most of the buildings are covered by architectural ceramics.
On June 17, 1953 the Stalinallee became the focus of a worker uprising which endangered the young state's existence. Builders and construction workers demonstrated against the communist government, leading to a national uprising. The rebellion was quashed with Soviet tanks and troops, resulting in the loss of at least 125 lives.
Later the street was used for East Germany's annual May Day parade, featuring thousands of soldiers along with tanks and other military vehicles to showcase the power and the glory of the communist government.
De-Stalinization led to the renaming of the street, after the founder of Marxism, in late 1961. Since the collapse of Eastern European communism in 1989/1990, renaming the street back to its prewar name Große Frankfurter Straße has periodically been discussed, so far without conclusive results.
The boulevard later found favour with postmodernists, with Philip Johnson describing it as 'true city planning on the grand scale', while Aldo Rossi called it 'Europe's last great street.'[1] Since German reunification most of the buildings, including the two towers, have been restored.
column Spectrum
Ik flaneer door Friedrichshain, Oost-Berlijn, mijn tijdelijke woonplaats. Samen met correspondent Wierd Duk mag ik een paar weken lezers van deze krant gidsen. Ze zijn hier gekomen voor de herdenking van de val van de Muur. Verderop, op de Karl-Marx-Allee, vertelde ik over de voormalige paradeweg die – dat weet een gids – 89 meter breed is en bijna 2 kilometer lang. Hier, temidden van stalinistische pronkarchitectuur, werd in 1953 een arbeidersopstand neergeslagen (er zouden meer opstanden komen in het geknevelde Oost-Europa). En hier, aan het einde van die 2 kilometer asfalt, daar waar de Alexanderplatz gloort, werd 25 jaar geleden een nieuw bloedbad voorkomen. Het wonder van een geweldloze revolutie die van twee Duitslanden er weer eentje zoumaken.Graag bewandel ik deze laan van baardige Karel, die daarvoor naar Jozef (Stalin) was vernoemd en daarvoor gewoon Grosse Frankfurter Strasse heette. Modelflats staan er. Monumentale blokken met Griekse zuilen voor de hoofdingang. Soms zelfs marmer in de hal en surrogaatkroonluchters. Arbeiderspaleizen, sociale woningbouw voor de werkman. Ruime flats, hoge plafonds. En dat voor een huur van 50 Mark per maand. Zo willen we allemaal welwonen, toch?Ik check het bij een oudere man die net uit zo’n flat stapt. Dat van die lage huur klopt, antwoordt hij. De socialistische heilsstaat was de huurbaas. Tot aan het einde van de DDR. Na 1989 werd zijn apparte- ment verkocht aan een Duitse belegger. Die trok de huur op naar inmiddels 700 euro. Ja, best een ver- schil, vindt deze meneer, die oogt als een ambte- naar. Wat hij deed, durf ik niet goed te vragen. Het is bekend dat veel van de voor arbeiders bestemde modelflats uiteindelijk zo gewild bleken, dat ze wer- den ingepikt door mensen met relaties. Jongens van het regime, vriendjes. Tja, zo gaat dat. En niet alleen in socialistische republieken die van en voor het volk zeggen te zijn.Wat gebeurt er nu met de Karl-Marx-Allee, vraag ik hem. De straat gaat dood, concludeer ik uit zijn ant- woord. Voor oudjes als hij – pas als ze doodgaan mogen de onroerendgoedjongens de huurprijzen echt door het plafond jagen, voor de volgende bewoners – zijn er nauwelijks nog winkels waar je wat aan hebt. Geen groenteboer meer, geen bakker, geen kruidenier. Ja, een paar straten verderop, eentje. Een vriendelijke nachtturk die tot in de kleine uur- tjes bier, brood, beleg en lottoformulieren verkoopt. Dit soort winkels komen en gaan, weet de man, ter- wijl hij wijst naar een protserig restaurant waarin drie mensen zitten te eten. Een vol ambitie ingericht eethuis dat het ook niet gaat redden, dat voel je al. Want de Karl-Marx-Allee is een schaduw, een halteplaats voor Berlijngidsen. Eentje waar je lezers vertelt over 50 Mark huur.Ik hoor in gedachten de melodie van Over de muur van Klein Orkest en neurie mijn eigen tekstje: ‘Oost-Berlijn, Karl Marx Allee:Er wandelden mensen langs vlaggen en vaandels. Waar Stalin ooit op een voetstuk stond.’
The Palm is an independent villa in exclusive gated community promoted by the group. This is a new community with approximately, 200 units of apartments and villas.
Facilities include:
- Clubhouse,
- Fitness Center with steam, sauna, jacuzzi, creche, yoga, aerobics, a/c gym,
Swimming pool;
- Park (jogging track);
- Convenience store;
- Coffee shop;
- Maintenance & security staff,
- Blacktop roads,
- Water storage, bore & sump motors (2).
The Palm is an independent villa in exclusive gated community promoted by the group. This is a new community with approximately, 200 units of apartments and villas.
Houses are protected with main gate. RWD provide good security.
RWD palm & Fern medavakkam provide High quality finish with top of the range sanitary & electrical fittings and tiles.
The Palm is an independent villa in exclusive gated community promoted by the group. This is a new community with approximately, 200 units of apartments and villas.
The house also includes garden on all side a top class security with metal gate , adequate parking within.