GABRIËL SMIT
In het hoekpand nr. 36 woonde Gabriël Smit (1910-1981) de eerste twintig jaar van zijn leven. Hij is wel de meest Utrechtse van alle dichters genoemd vanwege zijn neuzelende, litanie-achtige praatpoëzie, waaruit de "ingetogen" Utrechter zou spreken. Over de Zadelstraat:
"Straat naar de Dom toe, de toren
vermoeden achter dichte sneeuw,
niemand te zien, een luwte van
puur goudlicht en daaronder
de donkere kist waarin mijn vader achterbleef. Kleinere vlokken dringen
ons zwijgen binnen en dalen
oneindig mild in zijn ogen". (Bron: Querido's Literaire Reisgids, 1982).
GABRIËL SMIT
In het hoekpand nr. 36 woonde Gabriël Smit (1910-1981) de eerste twintig jaar van zijn leven. Hij is wel de meest Utrechtse van alle dichters genoemd vanwege zijn neuzelende, litanie-achtige praatpoëzie, waaruit de "ingetogen" Utrechter zou spreken. Over de Zadelstraat:
"Straat naar de Dom toe, de toren
vermoeden achter dichte sneeuw,
niemand te zien, een luwte van
puur goudlicht en daaronder
de donkere kist waarin mijn vader achterbleef. Kleinere vlokken dringen
ons zwijgen binnen en dalen
oneindig mild in zijn ogen". (Bron: Querido's Literaire Reisgids, 1982).