Back to photostream

Leiden - Hooglandse Kerk

De Hooglandse Kerk is een gotisch kerkgebouw in de Nederlandse stad Leiden. Doordat het schip en de toren lager zijn dan het koor en het transept, heeft de kerk een zeer karakteristiek silhouet. De Hooglandse Kerk is in gebruik bij de Protestantse Kerk in Nederland. De geschiedenis van de Hooglandse Kerk begint wanneer de bisschop van Utrecht, Gwijde van Avesnes, op 20 december 1314 toestemming verleent voor de bouw van een houten kapel op het ‘Hooge Land’ als bijkerk van de parochiekerk van Leiderdorp. De kapel is gewijd aan de heilige Pancratius († ca. 300). Enkele decennia later wordt deze kapel vervangen door een eenvoudige stenen kerk met een torentje, maar met de sterke economische groei van Leiden neemt de behoefte aan een veel grotere kerk al vrij snel toe. Op 29 oktober 1366 verheft de bisschop van Utrecht, Jan van Virneburg, de kerk tot kapittelkerk. De kanunniken die deel uitmaken van het collegiale kapittel van Sint Pancras, zijn overwegend afkomstig uit voorname families en veelal van adel. De nieuwe status geeft de aanzet tot plannen voor een grootse kruiskerk, die de Pieterskerk in alle opzichten zal moeten overtreffen. In 1377 start de bouw van een grootse kerk, te beginnen met het priesterkoor (1391) en de kooromgang (1415). De eerste fase van het zuidertransept neemt een aanvang met de bouw van de Heilige Kruiskapel (1436). De vermelding van de Onze Lieve Vrouwekapel in een overeenkomst tussen het kapittel en het kerkmeesterscollege uit 1448 is de eerste aanwijzing voor de aanleg van het noordertransept. Tussen 1420 en 1436 komen de toegangsportalen tot stand. De zijbeuken worden in de periode 1432 en 1456 verbreed. Het kapittel lijdt regelmatig aan geldgebrek, onder meer als gevolg van tegenvallende inkomsten uit de afzonderlijke prebenden. Geldontwaarding, de afhankelijkheid van de stad Leiden van de wolhandel en de hoge belastingen die oorlogvoerende graven van Holland heffen, eisen eveneens hun tol. Ondanks de voortdurende vertraging gaat het ambitieuze project door. Omstreeks 1500 krijgt het brede transept zijn huidige vorm. Het is met een lengte van 65,70 meter het langste gotische transept in Nederland. Op voorspraak van Karel de Stoute verleent paus Paulus II op 24 februari 1470 het kapittel van Sint Pancras ‘exemptie’. Daardoor valt het kapittel niet langer onder de rechtsmacht van het bisdom Utrecht, maar onder direct gezag van de paus. Het lot lijkt het kapittel gunstig gezind: omstreeks 1525 hebben de autoriteiten in de Nederlanden plannen om de Sint Pancraskerk tot kathedraal te laten verheffen. Leiden zou bisschopsstad worden en het collegiale kapittel zou tot kathedraalkapittel worden verheven. Zover komt het echter niet. Onrustige tijden zijn in aantocht: binnen het kapittel ontstaan spanningen en de invloed van de Reformatie neemt toe. Aan de bouw van de Sint Pancraskerk komt in 1535 voorgoed een einde. Bij de bisschoppelijke herindeling van 1559 gaat de beoogde bisschopszetel uiteindelijk naar de Grote of Sint-Bavokerk in Haarlem. De verlenging en verhoging van het schip, de stenen gewelven, luchtbogen en balustraden worden niet meer voltooid: het blijft slechts bij de nog steeds zichtbare aanzetten. In de eerste helft van de 16e eeuw is de kerk met veel pracht en praal ingericht. In de kerk bevinden zich 24 altaren, met een prominente plaats aan de noordoost vieringpijler voor het aan haar schutspatroon Sint Pancratius gewijde altaar. In 1572 gaat de kerk over in protestantse handen en zij dient in tijden van nood ook als graanopslag, zoals tijdens het Leidens ontzet in 1574. Van de oorspronkelijke katholieke aankleding blijft vrijwel niets behouden.

879 views
11 faves
1 comment
Uploaded on August 16, 2021
Taken on June 7, 2021