HansHolt
wet acorns
Canon EOS 6D - f/3.2 - 1/125sec - 100mm - ISO 100
acorns in a plash of water
- Acorn: the typically ovoid fruit or nut of an oak, enclosed at the base by a cupule.
The acorn, or oak nut, usually contains a single seed (rarely two seeds), enclosed in a tough, leathery shell, and borne in a cup-shaped cupule. Acorns vary from 1–6 cm long and 0.8–4 cm broad. Acorns take between about 6 and 24 months (depending on the species) to mature.
Acorns play an important role in forest ecology when oaks are the dominant species or are plentiful. The volume of the acorn crop may vary wildly, creating great abundance or great stress on the many animals dependent on acorns and the predators of those animals. Acorns, along with other nuts, are termed mast.
Wildlife which eat acorns as an important part of their diets include birds, such as jays, pigeons, some ducks, and several species of woodpeckers. Small mammals that feed on acorns include mice, squirrels and several other rodents.
Large mammals such as pigs, bears, and deer also consume large amounts of acorns; they may constitute up to 25% of the diet of deer in the autumn.
Some animals, such as squirrels and jays serve as seed dispersal agents. Jays and squirrels that scatter-hoard acorns in caches for future use, effectively plant acorns in a variety of locations in which it is possible for them to germinate and thrive.
Even though jays and squirrels retain remarkably large mental maps of cache locations and return to consume them, the odd acorn may be lost, or a jay or squirrel may die before consuming all of its stores. A small number of acorns manage to germinate and survive, producing the next generation of oaks.
---------------------------------------------------------------------------------------------
- Een eikel of een aker is de vrucht van een eik. Het is een noot met één, soms twee zaden. De lengte van een eikel varieert tussen de 1 tot 6 cm en is 0,8 tot 4 cm breed. Meestal duurt het tussen de zes en de 24 maanden voordat een eikel kiemt.
Afhankelijk van het weer vallen de meeste eikels in september en oktober. De hoeveelheid zaad die eiken produceren verschilt erg per jaar. Eens in de zoveel jaar, als de weersomstandigheden goed zijn en de bomen genoeg reserves hebben, produceren ze veel meer eikels dan anders. Deze jaren van overdadige vruchtvorming worden mastjaren genoemd.
Eikels zijn belangrijk voedsel voor dieren, zoals muizen, eekhoorns, wilde zwijnen, hertachtigen, sommige eenden en andere vogels en beren die in de buurt van eiken leven. Bij deze dieren bestaat soms 25% van de wintervoorraad uit eikels. Eikels werden vroeger gebruikt om varkens te voeren (mast).
De eik is voor het voortbestaan vooral afhankelijk van de gaai en van de eekhoorn. Een eikel valt niet ver van de boom en kan onder het bladerdak van de boom niet uitgroeien. Hij is dus aangewezen op dieren om de eikel verder van de boom te verplaatsen. Eekhoorns begraven voorraden eikels voor de winter. Als een eekhoorn omkomt of de voorraad niet of onvolledig aanspreekt of vergeet, is dat een ideale plaats voor de eikels om te kiemen.
Gaaien, zoals ‘Vlaamse gaaien’ officieel heten, zijn echte verzamelaars. Van eikels wel te verstaan. Ze leggen er een wintervoorraad van aan. De gaaien nemen de eikels mee in hun keel en stoppen ze een eindje verderop onder de grond. Een enkele gaai kan in het najaar zo duizenden eikels verstoppen. Gedurende de winter zoekt de gaai zijn voorraadplekken op. Zelfs in het voorjaar worden jongen nog gevoerd met ontkiemde eikels.
wet acorns
Canon EOS 6D - f/3.2 - 1/125sec - 100mm - ISO 100
acorns in a plash of water
- Acorn: the typically ovoid fruit or nut of an oak, enclosed at the base by a cupule.
The acorn, or oak nut, usually contains a single seed (rarely two seeds), enclosed in a tough, leathery shell, and borne in a cup-shaped cupule. Acorns vary from 1–6 cm long and 0.8–4 cm broad. Acorns take between about 6 and 24 months (depending on the species) to mature.
Acorns play an important role in forest ecology when oaks are the dominant species or are plentiful. The volume of the acorn crop may vary wildly, creating great abundance or great stress on the many animals dependent on acorns and the predators of those animals. Acorns, along with other nuts, are termed mast.
Wildlife which eat acorns as an important part of their diets include birds, such as jays, pigeons, some ducks, and several species of woodpeckers. Small mammals that feed on acorns include mice, squirrels and several other rodents.
Large mammals such as pigs, bears, and deer also consume large amounts of acorns; they may constitute up to 25% of the diet of deer in the autumn.
Some animals, such as squirrels and jays serve as seed dispersal agents. Jays and squirrels that scatter-hoard acorns in caches for future use, effectively plant acorns in a variety of locations in which it is possible for them to germinate and thrive.
Even though jays and squirrels retain remarkably large mental maps of cache locations and return to consume them, the odd acorn may be lost, or a jay or squirrel may die before consuming all of its stores. A small number of acorns manage to germinate and survive, producing the next generation of oaks.
---------------------------------------------------------------------------------------------
- Een eikel of een aker is de vrucht van een eik. Het is een noot met één, soms twee zaden. De lengte van een eikel varieert tussen de 1 tot 6 cm en is 0,8 tot 4 cm breed. Meestal duurt het tussen de zes en de 24 maanden voordat een eikel kiemt.
Afhankelijk van het weer vallen de meeste eikels in september en oktober. De hoeveelheid zaad die eiken produceren verschilt erg per jaar. Eens in de zoveel jaar, als de weersomstandigheden goed zijn en de bomen genoeg reserves hebben, produceren ze veel meer eikels dan anders. Deze jaren van overdadige vruchtvorming worden mastjaren genoemd.
Eikels zijn belangrijk voedsel voor dieren, zoals muizen, eekhoorns, wilde zwijnen, hertachtigen, sommige eenden en andere vogels en beren die in de buurt van eiken leven. Bij deze dieren bestaat soms 25% van de wintervoorraad uit eikels. Eikels werden vroeger gebruikt om varkens te voeren (mast).
De eik is voor het voortbestaan vooral afhankelijk van de gaai en van de eekhoorn. Een eikel valt niet ver van de boom en kan onder het bladerdak van de boom niet uitgroeien. Hij is dus aangewezen op dieren om de eikel verder van de boom te verplaatsen. Eekhoorns begraven voorraden eikels voor de winter. Als een eekhoorn omkomt of de voorraad niet of onvolledig aanspreekt of vergeet, is dat een ideale plaats voor de eikels om te kiemen.
Gaaien, zoals ‘Vlaamse gaaien’ officieel heten, zijn echte verzamelaars. Van eikels wel te verstaan. Ze leggen er een wintervoorraad van aan. De gaaien nemen de eikels mee in hun keel en stoppen ze een eindje verderop onder de grond. Een enkele gaai kan in het najaar zo duizenden eikels verstoppen. Gedurende de winter zoekt de gaai zijn voorraadplekken op. Zelfs in het voorjaar worden jongen nog gevoerd met ontkiemde eikels.