HansHolt
if Rietveld's chair was sold by IKEA ? ;)
Canon EOS 6D - f/14 - 10sec - 100 mm - ISO 200
I did build a scale model of the 'Red and Blue chair' from Gerrit Rietveld (see picture in the first comment).
The assembly instructions in the kit were very clear and easy. But what would have been the result if this kit was sold with one of the infamous IKEA instructions ... ? ;)
-----------------------------------------------------------------------------------
The Red and Blue Chair is a chair designed in 1917 by Gerrit Rietveld. It represents one of the first explorations by the De Stijl art movement in three dimensions.
The original chair was constructed of unstained beech wood and was not painted until the early 1920s. Fellow member of De Stijl and architect, Bart van der Leck, saw his original model and suggested that he add bright colours. He built the new model of thinner wood and painted it entirely black with areas of primary colors attributed to De Stijl movement. The effect of this color scheme made the chair seem to almost disappear against the black walls and floor of the Schröder house where it was later placed.
The areas of color appeared to float, giving it an almost transparent structure.
In the Red Blue Chair, Rietveld manipulated rectilinear volumes and examined the interaction of vertical and horizontal planes, much as he did in his architecture. Although the chair was originally designed in 1918, its color scheme of primary colors (red, yellow, blue) plus black—so closely associated with the de Stijl group and its most famous theorist and practitioner Piet Mondrian—was applied to it around 1923. Hoping that much of his furniture would eventually be mass-produced rather than handcrafted, Rietveld aimed for simplicity in construction. The pieces of wood that comprise the Red Blue Chair are in the standard lumber sizes readily available at the time.
Rietveld believed there was a greater goal for the furniture designer than just physical comfort: the well-being and comfort of the spirit. Rietveld and his colleagues in the de Stijl art and architecture movement sought to create a utopia based on a harmonic human-made order, which they believed could renew Europe after the devastating turmoil of World War I. New forms, in their view, were essential to this rebuilding.
The Museum of Modern Art (MoMA), which houses the chair in its permanent collection, a gift from Philip Johnson, states that the red, blue,and yellow colors were added around 1923. The chair also resides at the High Museum of Art, Atlanta.
---------------------------------------------------------------------
De Rood-blauwe stoel, ook Rietveldstoel genoemd, werd omstreeks 1918-1923 ontworpen door meubelmaker en architect Gerrit Rietveld. Vandaag de dag geldt de stoel, naast het Rietveld Schröderhuis, de asymmetrische composities van Mondriaan uit de jaren 20 en Café De Unie, als een schoolvoorbeeld van kunstbeweging De Stijl.
Rietveld reduceerde in dit ontwerp de traditionele armstoel tot 13 beukenhouten latten met een vierkant profiel, twee beukenhouten latten met een rechthoekig profiel en twee rechthoekige, triplex panelen. Voor de latten kan, op aanwijzing van Rietveld zelf, echter ook een andere niet-splijtbare houtsoort gebruikt worden. De latten worden, volgens een ongedateerde werktekening van zijn hand, met 16 ronde, beuken pennen op elk raakvlak aan elkaar bevestigd, en ‘de rug en zitting worden op de latten gespijkerd’.
Hierdoor was de stoel eenvoudig met behulp van bijvoorbeeld een zaagmachine te produceren. Rietveld hoopte dat machinale productie enerzijds het werk van de arbeider zou verlichten en anderzijds kwalitatief goede producten (zoals zijn stoel) bereikbaar zouden maken voor een groter publiek.
Over de datering van het eerste prototype van de stoel bestaat onder kunsthistorici onenigheid. Sommigen plaatsen hem in 1917, anderen volgen de aanwijzing van oud-Rietveld-medewerker Gerard van de Groenekan, die er stellig van overtuigd was dat hij in de zomer van 1918 is ontstaan. Uit onderzoek van de kunsthistorica en Rietveld-specialist Marijke Kuper kunnen we echter afleiden dat de stoel voor het eerst in 1919 is gemaakt.
Het prototype is nog niet uitgevoerd in de kenmerkende kleuren rood en blauw, maar is onbeschilderd en van een donkere kleur hout. Bovendien heeft het onder de armsteunen triplex zijpanelen.
Later maakte Rietveld een andere versie, zonder deze zijpanelen, om de stoel zowel visueel als fysiek lichter te maken. Zodoende had Rietveld de constructie van armstoel tot een minimum ‘gedeconstrueerd’ en waren alle onderdelen waaruit hij bestaat zichtbaar gemaakt. Ook deze stoel is onbeschilderd en donker. Hij is 87 cm hoog, 60 cm breed en 60 cm diep.
Het eerste (onbeschilderde) exemplaar van 1921 werd besteld door P.J. Schelling. In 1922 bestelde Dr. A.M. Hartog een exemplaar voor zijn, ook door Rietveld ontworpen, behandelkamer in Maarssen. Het exemplaar dat de Haagse avant-garde dichteres Til Brugman in 1923 bestelde voor haar, door Vilmos Huszár geschilderde muziekkamer, is geheel wit gebeitst. Dit exemplaar werd in mei 2007 bij Christie's in Amsterdam geveild voor € 264 000. Daarnaast zijn er nog bekend: een roze stoel, een zeegroene stoel (besteld door Charley Toorop) en een zwarte stoel met witte kopse kanten (besteld door Paul Citroen).
De kleuren rood, blauw, geel en zwart werden omstreeks 1923, kort voordat Rietveld het Rietveld-Schröderhuis ontwierp, onder invloed van werk van Piet Mondriaan, Vilmos Huszár en Theo van Doesburg, aan de stoel toegevoegd. In een ongedateerde werktekening van Rietveld, waarschijnlijk uit de jaren '30, die bewaard wordt in het Centraal Museum in Utrecht, geeft hij de definitieve afmetingen en kleuren van de stoel.
Op een door Rietveld zelf geschetste prijslijst uit omstreeks 1923 staan twee schematische tekeningen van de stoel in rood, blauw en zwart. Volgens deze lijst bestond er een 'goedkoope uitvoering' van 15 gulden en een 'fyner uitvoering' van 22 gulden 50. De goedkopere uitvoering werd geproduceerd door de firma C. van 't Hullenaar in Utrecht; de duurdere door Rietveld en zijn assistent Gerard van de Groenekan zelf en was te koop bij kunsthandel Gerbrands, eveneens in Utrecht. Deze handgemaakte exemplaren verschillen door de jaren aanzienlijk van afmeting.
Ondanks de strakke vorm zit de stoel zelfs zonder kussens comfortabel. Toch waren veel mensen van mening dat de stoel niet lekker zou zitten. Daarop antwoordde Rietveld: ‘Zitten is een werkwoord.’
Rietveld over zijn Rood-blauwe stoel: 'Het kwam nooit bij me op dat dit object zo belangrijk zou worden dat het zelfs de architectuur zou beïnvloeden.'
In 1971 verkochten de erfgenamen Rietveld de rechten van de stoel aan de Italiaanse firma Cassina, die in 1972 de productie van de stoel hernam. Door de machinale productie hebben de stoelen afkomstig uit deze firma allen dezelfde afmetingen.
De stoel is nu hét icoon van De Stijl, hoewel Rietveld hem ontwierp toen hij nog geen lid van deze kunstbeweging was.
if Rietveld's chair was sold by IKEA ? ;)
Canon EOS 6D - f/14 - 10sec - 100 mm - ISO 200
I did build a scale model of the 'Red and Blue chair' from Gerrit Rietveld (see picture in the first comment).
The assembly instructions in the kit were very clear and easy. But what would have been the result if this kit was sold with one of the infamous IKEA instructions ... ? ;)
-----------------------------------------------------------------------------------
The Red and Blue Chair is a chair designed in 1917 by Gerrit Rietveld. It represents one of the first explorations by the De Stijl art movement in three dimensions.
The original chair was constructed of unstained beech wood and was not painted until the early 1920s. Fellow member of De Stijl and architect, Bart van der Leck, saw his original model and suggested that he add bright colours. He built the new model of thinner wood and painted it entirely black with areas of primary colors attributed to De Stijl movement. The effect of this color scheme made the chair seem to almost disappear against the black walls and floor of the Schröder house where it was later placed.
The areas of color appeared to float, giving it an almost transparent structure.
In the Red Blue Chair, Rietveld manipulated rectilinear volumes and examined the interaction of vertical and horizontal planes, much as he did in his architecture. Although the chair was originally designed in 1918, its color scheme of primary colors (red, yellow, blue) plus black—so closely associated with the de Stijl group and its most famous theorist and practitioner Piet Mondrian—was applied to it around 1923. Hoping that much of his furniture would eventually be mass-produced rather than handcrafted, Rietveld aimed for simplicity in construction. The pieces of wood that comprise the Red Blue Chair are in the standard lumber sizes readily available at the time.
Rietveld believed there was a greater goal for the furniture designer than just physical comfort: the well-being and comfort of the spirit. Rietveld and his colleagues in the de Stijl art and architecture movement sought to create a utopia based on a harmonic human-made order, which they believed could renew Europe after the devastating turmoil of World War I. New forms, in their view, were essential to this rebuilding.
The Museum of Modern Art (MoMA), which houses the chair in its permanent collection, a gift from Philip Johnson, states that the red, blue,and yellow colors were added around 1923. The chair also resides at the High Museum of Art, Atlanta.
---------------------------------------------------------------------
De Rood-blauwe stoel, ook Rietveldstoel genoemd, werd omstreeks 1918-1923 ontworpen door meubelmaker en architect Gerrit Rietveld. Vandaag de dag geldt de stoel, naast het Rietveld Schröderhuis, de asymmetrische composities van Mondriaan uit de jaren 20 en Café De Unie, als een schoolvoorbeeld van kunstbeweging De Stijl.
Rietveld reduceerde in dit ontwerp de traditionele armstoel tot 13 beukenhouten latten met een vierkant profiel, twee beukenhouten latten met een rechthoekig profiel en twee rechthoekige, triplex panelen. Voor de latten kan, op aanwijzing van Rietveld zelf, echter ook een andere niet-splijtbare houtsoort gebruikt worden. De latten worden, volgens een ongedateerde werktekening van zijn hand, met 16 ronde, beuken pennen op elk raakvlak aan elkaar bevestigd, en ‘de rug en zitting worden op de latten gespijkerd’.
Hierdoor was de stoel eenvoudig met behulp van bijvoorbeeld een zaagmachine te produceren. Rietveld hoopte dat machinale productie enerzijds het werk van de arbeider zou verlichten en anderzijds kwalitatief goede producten (zoals zijn stoel) bereikbaar zouden maken voor een groter publiek.
Over de datering van het eerste prototype van de stoel bestaat onder kunsthistorici onenigheid. Sommigen plaatsen hem in 1917, anderen volgen de aanwijzing van oud-Rietveld-medewerker Gerard van de Groenekan, die er stellig van overtuigd was dat hij in de zomer van 1918 is ontstaan. Uit onderzoek van de kunsthistorica en Rietveld-specialist Marijke Kuper kunnen we echter afleiden dat de stoel voor het eerst in 1919 is gemaakt.
Het prototype is nog niet uitgevoerd in de kenmerkende kleuren rood en blauw, maar is onbeschilderd en van een donkere kleur hout. Bovendien heeft het onder de armsteunen triplex zijpanelen.
Later maakte Rietveld een andere versie, zonder deze zijpanelen, om de stoel zowel visueel als fysiek lichter te maken. Zodoende had Rietveld de constructie van armstoel tot een minimum ‘gedeconstrueerd’ en waren alle onderdelen waaruit hij bestaat zichtbaar gemaakt. Ook deze stoel is onbeschilderd en donker. Hij is 87 cm hoog, 60 cm breed en 60 cm diep.
Het eerste (onbeschilderde) exemplaar van 1921 werd besteld door P.J. Schelling. In 1922 bestelde Dr. A.M. Hartog een exemplaar voor zijn, ook door Rietveld ontworpen, behandelkamer in Maarssen. Het exemplaar dat de Haagse avant-garde dichteres Til Brugman in 1923 bestelde voor haar, door Vilmos Huszár geschilderde muziekkamer, is geheel wit gebeitst. Dit exemplaar werd in mei 2007 bij Christie's in Amsterdam geveild voor € 264 000. Daarnaast zijn er nog bekend: een roze stoel, een zeegroene stoel (besteld door Charley Toorop) en een zwarte stoel met witte kopse kanten (besteld door Paul Citroen).
De kleuren rood, blauw, geel en zwart werden omstreeks 1923, kort voordat Rietveld het Rietveld-Schröderhuis ontwierp, onder invloed van werk van Piet Mondriaan, Vilmos Huszár en Theo van Doesburg, aan de stoel toegevoegd. In een ongedateerde werktekening van Rietveld, waarschijnlijk uit de jaren '30, die bewaard wordt in het Centraal Museum in Utrecht, geeft hij de definitieve afmetingen en kleuren van de stoel.
Op een door Rietveld zelf geschetste prijslijst uit omstreeks 1923 staan twee schematische tekeningen van de stoel in rood, blauw en zwart. Volgens deze lijst bestond er een 'goedkoope uitvoering' van 15 gulden en een 'fyner uitvoering' van 22 gulden 50. De goedkopere uitvoering werd geproduceerd door de firma C. van 't Hullenaar in Utrecht; de duurdere door Rietveld en zijn assistent Gerard van de Groenekan zelf en was te koop bij kunsthandel Gerbrands, eveneens in Utrecht. Deze handgemaakte exemplaren verschillen door de jaren aanzienlijk van afmeting.
Ondanks de strakke vorm zit de stoel zelfs zonder kussens comfortabel. Toch waren veel mensen van mening dat de stoel niet lekker zou zitten. Daarop antwoordde Rietveld: ‘Zitten is een werkwoord.’
Rietveld over zijn Rood-blauwe stoel: 'Het kwam nooit bij me op dat dit object zo belangrijk zou worden dat het zelfs de architectuur zou beïnvloeden.'
In 1971 verkochten de erfgenamen Rietveld de rechten van de stoel aan de Italiaanse firma Cassina, die in 1972 de productie van de stoel hernam. Door de machinale productie hebben de stoelen afkomstig uit deze firma allen dezelfde afmetingen.
De stoel is nu hét icoon van De Stijl, hoewel Rietveld hem ontwierp toen hij nog geen lid van deze kunstbeweging was.