Pair of Coypus (Myocastor coypus)
.
In Explore, July 15, 2024
The coypu or nutria (Myocastor coypus), is a large, herbivorous, semiaquatic rodent, coming in somewhere between the larger Beaver and smaller Muskrat in size.
Originally native to temperate South America (Argentina, southern Brazil, middle Bolivia, Chile, Paraguay and Uruguay), it has since been introduced to North America, Europe, Asia, and Africa in the late 19th and early 20th centuries, primarily by fur ranchers.
Although it is still valued for its fur in some regions, its destructive feeding and burrowing behaviors make this invasive species a pest throughout most of its range.
Coypus live in burrows alongside stretches of water. They feed on river plants, and waste close to 90% of the plant material while feeding on the stems. They also feast on small creatures such as snails or mussels.
Adults are typically 4–9 kg in weight, and 40–65 cm in body length, with a 30–45 cm tail. They have a coarse, darkish brown outer fur with a soft under-fur. Males are slightly larger than females.
De beverrat (Myocastor coypus) is een middelgroot enigszins op een rat gelijkend knaagdier uit gematigde gebieden van zuidelijk Zuid-Amerika. Als exoot komt de beverrat ook in Europa, Noord-Amerika en andere delen van de wereld voor, ook in Nederland (Limburg, Brabant en de eilanden van Zuid-Holland).
De beverrat wordt 40 tot 65 cm lang en 4 tot 9 kg zwaar. De staart is 33 tot 45 cm lang. Mannetjes worden over het algemeen iets groter dan vrouwtjes. De vacht bestaat uit glanzend bruine en geelbruine dekharen en een grijze ondervacht. De snuit, kin en de meeste snorharen zijn wit, behalve de bovenste snorharen, die zwart zijn. De buitenzijde van de snijtanden zijn oranje van kleur. De voorpoten hebben klauwen.
De beverrat heeft verscheidene aanpassingen om langdurig in water te leven. Tussen de tenen op de achterpoten heeft een beverrat net als eenden zwemvliezen. De ondervacht is waterdicht. De kleine oren zijn hoog op de kop geplaatst, zodat ze tijdens het zwemmen boven water steken.
De beverrat leeft voornamelijk in moerassige gebieden en ook langs traag stromende rivieren, meertjes en langs de kust.
Het is een echte planteneter, die voornamelijk grassen eet, aangevuld met zegge, scheuten, stengels, vruchten, wortelen en knollen, ook de wortelstokken en vruchten van waterplanten. Soms eet hij ook mosselen. Het is een goede duiker en haalt veel voedsel onder water. Ze kunnen een paar minuten onder water.
___________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd. All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
___________________________
.
Pair of Coypus (Myocastor coypus)
.
In Explore, July 15, 2024
The coypu or nutria (Myocastor coypus), is a large, herbivorous, semiaquatic rodent, coming in somewhere between the larger Beaver and smaller Muskrat in size.
Originally native to temperate South America (Argentina, southern Brazil, middle Bolivia, Chile, Paraguay and Uruguay), it has since been introduced to North America, Europe, Asia, and Africa in the late 19th and early 20th centuries, primarily by fur ranchers.
Although it is still valued for its fur in some regions, its destructive feeding and burrowing behaviors make this invasive species a pest throughout most of its range.
Coypus live in burrows alongside stretches of water. They feed on river plants, and waste close to 90% of the plant material while feeding on the stems. They also feast on small creatures such as snails or mussels.
Adults are typically 4–9 kg in weight, and 40–65 cm in body length, with a 30–45 cm tail. They have a coarse, darkish brown outer fur with a soft under-fur. Males are slightly larger than females.
De beverrat (Myocastor coypus) is een middelgroot enigszins op een rat gelijkend knaagdier uit gematigde gebieden van zuidelijk Zuid-Amerika. Als exoot komt de beverrat ook in Europa, Noord-Amerika en andere delen van de wereld voor, ook in Nederland (Limburg, Brabant en de eilanden van Zuid-Holland).
De beverrat wordt 40 tot 65 cm lang en 4 tot 9 kg zwaar. De staart is 33 tot 45 cm lang. Mannetjes worden over het algemeen iets groter dan vrouwtjes. De vacht bestaat uit glanzend bruine en geelbruine dekharen en een grijze ondervacht. De snuit, kin en de meeste snorharen zijn wit, behalve de bovenste snorharen, die zwart zijn. De buitenzijde van de snijtanden zijn oranje van kleur. De voorpoten hebben klauwen.
De beverrat heeft verscheidene aanpassingen om langdurig in water te leven. Tussen de tenen op de achterpoten heeft een beverrat net als eenden zwemvliezen. De ondervacht is waterdicht. De kleine oren zijn hoog op de kop geplaatst, zodat ze tijdens het zwemmen boven water steken.
De beverrat leeft voornamelijk in moerassige gebieden en ook langs traag stromende rivieren, meertjes en langs de kust.
Het is een echte planteneter, die voornamelijk grassen eet, aangevuld met zegge, scheuten, stengels, vruchten, wortelen en knollen, ook de wortelstokken en vruchten van waterplanten. Soms eet hij ook mosselen. Het is een goede duiker en haalt veel voedsel onder water. Ze kunnen een paar minuten onder water.
___________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd. All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
___________________________
.