Northern Carmine Bee-eaters
The species above is the Northern Carmine Bee-eater (Merops nubicus), also known as the Carmine Bee-eater or the Nubian Bee-eater, from the northern Subsaharan regions of Africa.
The bee-eaters are a group of near-passerine birds in the family Meropidae. Most species are found in Africa but others occur in southern Europe, southern Asia, Australia, and the Indonesian islands of Sumatra, Borneo and New Guinea.
They are characterised by richly coloured plumage, slender bodies, and usually elongated central tail feathers. All have long downturned bills and pointed wings, which give them a swallow-like appearance when seen from afar. Many species are partially coloured with red, yellow, green, blue or purple.
The medium-sized bee-eaters range in length from 15 to 35 cm.
Just as the expressive name reveals, bee-eaters predominantly eat insects, especially bees, wasps, hornets and grasshoppers, which are caught in the air by sallies from an open perch.
Bee-eaters are gregarious. They form colonies by nesting in burrows tunneled into the side of sandy banks, such as those which have collapsed on the edges of rivers.
There are 26 different species of bee-eaters.
De Noordelijke karmijnrode bijeneter (Merops nubicus) komt voor in de Sub-Sahara (gebied zuidelijk van de Sahara) in Afrika.
De meeste bijeneters (Meropidea), uit de orde Scharrelaarvogels, waartoe ook de ijsvogels behoren, zijn te vinden in Afrika, maar anderen komen voor in Zuid-Europa, Zuid-Azië, Australië en de Indonesische eilanden Sumatra, Borneo en Nieuw-Guinea.
Bijeneters worden gekenmerkt door een rijkelijk gekleurd verenkleed, slanke lichaam, en meestal langgerekte centrale staartveren. Alle hebben lange puntige vleugels, die hen een zwaluw-achtige uiterlijk geven wanneer ze vanuit de verte worden gezien. Veel soorten zijn exotisch gekleurd met rood, geel, groen, blauw of paars.
De middelgrote bijeneters variëren in lengte van 15 tot 35 cm.
De naam is duidelijk afkomstig van de voornaamste voedselbron. Verder eten ze ook wespen, sprinkhanen en andere insecten, die vaak in de lucht met geopende snavel worden gevangen.
Bijeneters leven in groepen. Ze broeden dan ook in kolonies in holen en wanden van rivieroevers en bergen, soms ook in de grond.
Er zij 26 verschillende soorten bijeneters.
Deze foto is gemaakt in Diergaarde Bijdorp, Rotterdam.
____________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd. All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
____________________________
.
.
Northern Carmine Bee-eaters
The species above is the Northern Carmine Bee-eater (Merops nubicus), also known as the Carmine Bee-eater or the Nubian Bee-eater, from the northern Subsaharan regions of Africa.
The bee-eaters are a group of near-passerine birds in the family Meropidae. Most species are found in Africa but others occur in southern Europe, southern Asia, Australia, and the Indonesian islands of Sumatra, Borneo and New Guinea.
They are characterised by richly coloured plumage, slender bodies, and usually elongated central tail feathers. All have long downturned bills and pointed wings, which give them a swallow-like appearance when seen from afar. Many species are partially coloured with red, yellow, green, blue or purple.
The medium-sized bee-eaters range in length from 15 to 35 cm.
Just as the expressive name reveals, bee-eaters predominantly eat insects, especially bees, wasps, hornets and grasshoppers, which are caught in the air by sallies from an open perch.
Bee-eaters are gregarious. They form colonies by nesting in burrows tunneled into the side of sandy banks, such as those which have collapsed on the edges of rivers.
There are 26 different species of bee-eaters.
De Noordelijke karmijnrode bijeneter (Merops nubicus) komt voor in de Sub-Sahara (gebied zuidelijk van de Sahara) in Afrika.
De meeste bijeneters (Meropidea), uit de orde Scharrelaarvogels, waartoe ook de ijsvogels behoren, zijn te vinden in Afrika, maar anderen komen voor in Zuid-Europa, Zuid-Azië, Australië en de Indonesische eilanden Sumatra, Borneo en Nieuw-Guinea.
Bijeneters worden gekenmerkt door een rijkelijk gekleurd verenkleed, slanke lichaam, en meestal langgerekte centrale staartveren. Alle hebben lange puntige vleugels, die hen een zwaluw-achtige uiterlijk geven wanneer ze vanuit de verte worden gezien. Veel soorten zijn exotisch gekleurd met rood, geel, groen, blauw of paars.
De middelgrote bijeneters variëren in lengte van 15 tot 35 cm.
De naam is duidelijk afkomstig van de voornaamste voedselbron. Verder eten ze ook wespen, sprinkhanen en andere insecten, die vaak in de lucht met geopende snavel worden gevangen.
Bijeneters leven in groepen. Ze broeden dan ook in kolonies in holen en wanden van rivieroevers en bergen, soms ook in de grond.
Er zij 26 verschillende soorten bijeneters.
Deze foto is gemaakt in Diergaarde Bijdorp, Rotterdam.
____________________________
All rights reserved. Copyright © Martien Uiterweerd. All my images are protected under international authors copyright laws and may not be downloaded, reproduced, copied, transmitted or manipulated without my written explicit permission.
____________________________
.
.