Back to photostream

A proud Mother coot is feeding her chick

The coot grows 32 to 42 centimeters and weighs 585 to 1100 grams. The feathers are completely black, the beak and forehead shield are white and the eyes are red. The coot has large blue-green legs with splayed swim lobes. Both sexes have the same appearance.

 

The coot dives a lot, especially when looking for aquatic plants. He does not like to fly, but prefers to run on the water. Also when taking off from the water, a lot of running is done. However, in migration, which usually takes place at night, it can travel long distances.

 

The coot is an omnivore, which mainly feeds on aquatic plants, molluscs and aquatic insects. Seeds, grass and berries are also eaten. The coot is monogamous.

 

The nest is built on the waterfront from reed and water plants, but also from floating waste such as pieces of paper or plastic. In a nest, 5 to 10 gray-white to sand-colored eggs with brown-black spots and dots are hatched over a period of 21 to 25 days. The young are supervised by both parents and can fly after about 8 weeks. If only a single young or even none survives from a nest (because the young are a sought after prey for herons, gulls and pike), the parents make another attempt. The parents make 2 to 3 attempts to raise a nest of youngsters per breeding season. A coot lives an average of ten years.

 

The coot is found on large waters, ponds and lakes, as well as in parks, canals and ditches. It is found in Europe, North Africa, Asia and Australia. In the Netherlands it is a general breeding bird - in 2015 there were 140,000 breeding pairs. The bird is also very common in Flanders. Outside the breeding season, large groups of migrants and winter guests occur. The coot is also called 'water chicken'.

-----------------------------------------------------------------------------------------

De meerkoet wordt 32 tot 42 centimeter en weegt 585 tot 1100 gram. De veren zijn volledig zwart, de snavel en het voorhoofdschild zijn wit en de ogen zijn rood. De meerkoet heeft grote blauwgroene poten met uitgespreide zwemlobben. Beide geslachten zien er hetzelfde uit.

 

De meerkoet duikt veel, vooral bij het zoeken naar waterplanten. Hij houdt niet van vliegen, maar rent het liefst op het water. Ook bij het opstijgen vanaf het water wordt veel hardgelopen. Bij migratie, die meestal 's nachts plaatsvindt, kan het echter lange afstanden afleggen.

 

De meerkoet is een alleseter die zich voornamelijk voedt met waterplanten, weekdieren en waterinsecten. Er worden ook zaden, gras en bessen gegeten. De meerkoet is monogaam.

 

Het nest is aan het water gebouwd van riet en waterplanten, maar ook van drijvend afval zoals stukjes papier of plastic. In een nest worden 5 tot 10 grijswitte tot zandkleurige eieren met bruinzwarte vlekken en stippen uitgebroed over een periode van 21 tot 25 dagen. De jongen worden begeleid door beide ouders en kunnen na ongeveer 8 weken vliegen. Als er maar een enkele jongen of zelfs geen enkele overleeft uit een nest (omdat de jongen een gewilde prooi zijn voor reigers, meeuwen en snoek), doen de ouders nog een poging. De ouders doen 2 tot 3 pogingen om per broedseizoen een nest jongen groot te brengen. Een meerkoet leeft gemiddeld tien jaar.

 

De meerkoet komt voor in grote wateren, vijvers en meren, maar ook in parken, kanalen en sloten. Hij komt voor in Europa, Noord-Afrika, Azië en Australië. In Nederland is het een algemene broedvogel - in 2015 waren er 140.000 broedparen. De vogel komt ook veel voor in Vlaanderen. Buiten het broedseizoen komen grote groepen migranten en wintergasten voor. De meerkoet wordt ook wel 'waterkip' genoemd.

 

7,648 views
238 faves
58 comments
Uploaded on May 14, 2020
Taken on May 14, 2019