Belgium, Seneffe #003 Seneffe Castle
Seneffe Castle
In 1758, Julien-Ghislain de Pestre, son of a wealthy merchant, commissioned the construction of Seneffe Castle. Construction work began in 1763.
In the 19th century, different owners succeeded each other.
During World War II, the inhabitants had to flee and the castle was occupied by the Germans. It served as the local headquarters and summer residence of General Von Falkenhausen, the military governor of Nazi-occupied Belgium.
Upon the arrival of the Allies, the castle is looted by local residents. Upon returning to the castle, the owner is so dismayed that he sells it.
Thus, between 1952 and 1963, it belongs to a monastic community that wants to house a school.
After their departure, the castle is neglected by its new owner, a property speculator, so that the estate can be parceled out.
The castle is just saved from expropriation and becomes state property in 1970. The buildings threatened with ruin are thoroughly restored. Restoration work was completed in 1994. Since 1995, the castle has housed the Museum of Silver Art.
In 2008, the extensive gardens surrounding the castle were redesigned, partly according to the original plans.
---------------------------------------
In 1758 geeft Julien-Ghislain de Pestre, zoon van een rijke handelaar, de opdracht om het kasteel van Seneffe te bouwen. De bouwwerken vangen aan in 1763.
In de 19e eeuw volgen de verschillende eigenaars zich op
.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moeten de bewoners vluchten en wordt het kasteel door de Duitsers bezet. Het diende als plaatselijk hoofdkwartier en zomerverblijf van generaal Von Falkenhausen, de militaire gouverneur van het door de nazi's bezette België.
Bij de aankomst van de Geallieerden wordt het kasteel door de omwonenden leeggeplunderd. De eigenaar is bij haar terugkeer op het kasteel zo ontsteld dat hij het verkoopt. Zo komt het tussen 1952 en 1963 toe aan een kloostergemeenschap die er een school in wil onderbrengen.
Na hun vertrek wordt het kasteel door zijn nieuwe eigenaar, een vastgoedspeculant, verwaarloosd zodat het domein kan worden verkaveld.
Het kasteel wordt net van de onteigening gered en wordt in 1970 staatseigendom. De met ruïne bedreigde gebouwen worden grondig gerestaureerd. In 1994 zijn de restauratiewerken voltooid. Sinds 1995 huisvest het kasteel het Museum voor de Zilverkunst.
In 2008 worden de uitgestrekte tuinen rondom het kasteel opnieuw aangelegd, deels volgens de oorspronkelijke plannen.
Belgium, Seneffe #003 Seneffe Castle
Seneffe Castle
In 1758, Julien-Ghislain de Pestre, son of a wealthy merchant, commissioned the construction of Seneffe Castle. Construction work began in 1763.
In the 19th century, different owners succeeded each other.
During World War II, the inhabitants had to flee and the castle was occupied by the Germans. It served as the local headquarters and summer residence of General Von Falkenhausen, the military governor of Nazi-occupied Belgium.
Upon the arrival of the Allies, the castle is looted by local residents. Upon returning to the castle, the owner is so dismayed that he sells it.
Thus, between 1952 and 1963, it belongs to a monastic community that wants to house a school.
After their departure, the castle is neglected by its new owner, a property speculator, so that the estate can be parceled out.
The castle is just saved from expropriation and becomes state property in 1970. The buildings threatened with ruin are thoroughly restored. Restoration work was completed in 1994. Since 1995, the castle has housed the Museum of Silver Art.
In 2008, the extensive gardens surrounding the castle were redesigned, partly according to the original plans.
---------------------------------------
In 1758 geeft Julien-Ghislain de Pestre, zoon van een rijke handelaar, de opdracht om het kasteel van Seneffe te bouwen. De bouwwerken vangen aan in 1763.
In de 19e eeuw volgen de verschillende eigenaars zich op
.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moeten de bewoners vluchten en wordt het kasteel door de Duitsers bezet. Het diende als plaatselijk hoofdkwartier en zomerverblijf van generaal Von Falkenhausen, de militaire gouverneur van het door de nazi's bezette België.
Bij de aankomst van de Geallieerden wordt het kasteel door de omwonenden leeggeplunderd. De eigenaar is bij haar terugkeer op het kasteel zo ontsteld dat hij het verkoopt. Zo komt het tussen 1952 en 1963 toe aan een kloostergemeenschap die er een school in wil onderbrengen.
Na hun vertrek wordt het kasteel door zijn nieuwe eigenaar, een vastgoedspeculant, verwaarloosd zodat het domein kan worden verkaveld.
Het kasteel wordt net van de onteigening gered en wordt in 1970 staatseigendom. De met ruïne bedreigde gebouwen worden grondig gerestaureerd. In 1994 zijn de restauratiewerken voltooid. Sinds 1995 huisvest het kasteel het Museum voor de Zilverkunst.
In 2008 worden de uitgestrekte tuinen rondom het kasteel opnieuw aangelegd, deels volgens de oorspronkelijke plannen.