Back to photostream

Nederland - Zuid-Holland - Puttershoek - De Lelie - 1836

Geschiedenis

Deze molen werd in 1836 gebouwd in opdracht van Cornelis van Holst. De ter plaatse staande wipkorenmolen werd toen gesloopt.

Uitzonderiijk is dat deze in 1829 aangekochte wipmolen door Cornelis van Holst in 1836 al werd vervangen door een stenen molen die geheel uit nieuwe materialen werd opgebouwd. Het gezin woonde in het molenaarshuis.

In 1841 werd de molen verkocht aan Hendrik van der Koogh uit Dordrecht. Jacob Sonneveld was van 1838 tot 1850 de huurder-molenaar.

Vervolgens werd Kornelis Labrijn eigenaar, die na ruim vijf jaar de molen aan Teunis Verbaas verkocht. Op één van de ribben op de gietijzeren bovenas uit 1865 is de naam T. VERBAAS opgegoten.

In 1877 nam zijn oudste zoon Pieter de molen over, maar vierjaar later ging hij failliet.

De inventaris van het molenbedrijf omvatte toen paard en wagen, tuig en dekideed, de dijk om te weiden, een heining en vier zeilen. Ook een molenhaak, 25 bilhamers, een slijpsteen, een takel met stropketting voor het lichten van de loper behoorden bij de inboedel, evenals een handboom, wiggen, waaghout, vier lampen, een oliekan, schalen en een evenaar met 83 kg gewicht.

Koper Cornelis de Regt uit Colijnsplaat was er slechts drie jaar korenmolenaar en van 1884 tot 1897 Dirk Aart Berkhouwer uit Nieuwerkerk aan de IJssel.

Vanaf 1900 voerde eigenaar Gerrit Korporaal ingrijpende wijzigingen door. In de voormalige machinekamer, die in 1902 half in de molenberg was gebouwd, werd een stoomlocomobiel geplaatst.

In 1915 ging Pieter Kalis bij zijn schoonvader op de molen werken. Vanaf 1931 ging Korporaal samenwerken met graanhandel Leeuwenburgh uit Mijnsheerenland. In het nabij gelegen pakhuis werd een hulpgraanmaalderij ingericht met een door een elektromotor aangedreven koppel stenen.

Het is bekend dat het graan bestemd om brood voor de armen te bakken, werd gemalen op de molen te Puttershoek.

In 1944 stierf Korporaal, nadat hij bekneld raakte tussen een paardenwagen en een muur.

Tot 1945 werd er met drie koppels stenen gemalen: één blauwe steen voor het malen van tarwe voor de bakkers, een 16er kunstmaalsteen voor veevoeder en een breeksteen voor het breken van paardebonen en later maïs. De toenmalige zes bakkers in Puttershoek namen wekelijks twee tot drie baaltjes van 50 kg af en ook de veevoeromzet was vrij groot.

In 1948 kocht Leeuwenburgh de reeds in verval geraakte molen en deed deze in 1955 aan de gemeente Puttershoek over voor slechts één gulden.

De gemeente Puttershoek liet de molen meteen daarna restaureren. Toen werd de stenen romp wit gemaakt. Later is de gehele romp gezandstraald, waardoor de natuurlijke steenkleur is teruggekeerd.

De molen is in 1987 opnieuw gerestaureerd en is sinds 1992 in beheer van de Stichting Molens Binnenmaas en is wekelijks draaiende te zien. Men maalt ter demonstratie zo nu en dan wat veevoeder.

610 views
0 faves
0 comments
Uploaded on October 13, 2016
Taken on September 12, 2012