Jan-Mark Schout
02-11-2018 SNCB 383, Quaregnon
Overmits ik de ganse maand november nog niet richting onze beminde zuiderburen was gegaan, volgde er op 2 november dan toch eindelijk een fotodag in Wallonië. Aanvankelijk was gepland om ten laatsten male naar het atelier van Merelbeke te gaan, doch na een telefoontje naar ginder kwam het uiterst teleurstellende bericht: in tegenstelling tot wat ik eerder had vernomen, bleek het atelier bereids op vrijdagmiddag 26 oktober zijn deuren toegedaan te hebben.
Enfin, het geplande bezoek aan Merelbeke kon derhalve geen doorgang vinden, zodat de koers werd verlegd naar het francofone deel van België. Ik had nog een tweetal plekken in gedachten, een dier plaatsen betrof het goederenstation van Tertre. De planning voor die dag zag er als volgt uit: vanuit Zeeland met de bus naar Zelzate gereisd, waar ik op de koude bushalte Klein Rusland kon overstappen op een Vlaamse bus naar Gent. Daar had ik gepland om de P-trein vanuit Poperinghe naar Schaerbeek te nemen, die mij naar Brussel zou vervoeren. Vandaaruit had ik de directe trein naar Mons gepland, daarna de omnibus naar Saint-Ghislain en tot slot de autobus naar Tertre.
Het begin van de dag verliep bijzonder voorspoedig, zodat ik tegen zeven uur aan de halte 'Klein Rusland' de bus naar Gent stond te verbeiden. Tot mijn vreugde was dit wederom een oude bus, zodat ik op een comfortabele zetel kon genieten van de reis die doorheen de havens voerde. Nademaal ik aan het station van Gent-Sint-Pieters was toegekomen, was een overstap voorzien op de voornoemde P-trein naar Brussel. Zoals gepland was dit een ram M4, die gelukkig niet zeer druk was. Eensklaps volgde daar echter het onheilspellende bericht: wegens een defecte trein, zouden wij via L50A/3, Denderleeuw en L50A/2 worden omgeleid. Dit zou voor minder dan een kwartier vertraging zorgen, maar het leidde er wel toe dat mijn overstap in groot gevaar kwam...
Doordat de vertraging nog ietwat opliep, kon ik bij het binnenrijden van Bruxelles-Midi daadwerkelijk mijn trein naar Mons zien vertrekken, die had ik dus gemist... Enfin, de eerstvolgende mogelijkheid richting Saint-Ghislain zou de Quiévrain Express zijn, doch vanwege de grote wachttijd koos ik ervoor om de S2 naar Halle te nemen en daar nog even te wachten op de trein naar Quiévrain, hetwelk mijns inziens een der welluidendste plaatsnamen van België is. Toen ik even later in Halle in de semi-direct naar Quiévrain instapte, begon ik later nog eens te denken over mijn planning. Daar ik de autobus naar Tertre niet had gehaald en de volgende eerst een uur later zou rijden, ontstond hierdoor ergens een langere overstap, waarschijnlijk zou dit Saint-Ghislain worden. Plots bedacht ik me het volgende: het ware mogelijk om ofwel in Jemappes ofwel in Quaregnon af te stappen, daar nog een foto te maken en dan met de omnibus die ruim een halfuur achter de semi-direct zat naar Saint-Ghislain te reizen, de overstap aldaar op de autobus naar Tertre was zeker wel te halen.
Het enige waar ik nu nog uit moest kiezen was de kwestie of ik in Jemappes of in Quaregnon uit zou stappen. In Jemappes zou ik enkel de semi-direct naar Liège-Guillemins kunnen vastleggen, doch in Quaregnon kon daarenboven ook nog de omnibus naar Quévy worden gefotografeerd. Deze zou echter door een Désiro worden verzekerd als alles liep zoals voorzien, zodat het mij om het even was of ik in Jemappes of Quaregnon af zou stappen. Het enige waar mijn beslissing nog van zou afhangen, was de vraag waar ik het minste last had van de schaduwen, iets wat vanzelfsprekend belangrijk is voor allen die des winters fotograferen. Bij aankomst in Jemappes viel dat station echter af, het monumentale stationsgebouw en zijn omgeving zou te hinderlijk zijn in mijn ogen. Ondergetekende bleef dus nog enkele minuten zitten in de semi-direct en hoopte dat het in Quaregnon minder schaduwrijk zal zijn... Deze wens werd gelukkig werkelijkheid: indien men het stationsgebouw meenam in de compositie en slechts het einde van het perron in beeld had, was er betrekkelijk weinig schaduw aanwezig.
Toen de trein vertrokken was en ik even rondliep om te bepalen waar ik zou gaan staan voor de foto, viel het me op dat Quaregnon toch wel echt zo een typisch Belgisch station is uit de vorige eeuw. We noemen U de volgende elementen, die hier alle tesamen terugkwamen op de foto:
- Een laag perron van omtrent 25 centimeter hoog.
- Een perron, dat ter hoogte van de ingang betegeld is, doch verderop verwordt tot een perron dat uit grind is opgebouwd.
- De witgeblokte perronboorden, die hier overigens niet conform de regel zijn aangebracht. De regel schreef immers voor, dat bemande stations een witte doorgetrokken streep op de perronboord hadden. Daar de perronboord ver voor de sluiting van het loket op 28 juni 2013 was aangebracht, is de witgeblokte boord slechts sedert een vijftal jaren conform de situatie in Quaregnon.
- De oude armaturen, die elk uit twee lampen bestaan en heden ten dage meer en meer vervangen worden door moderne armaturen.
- Rechts in beeld de welbekende hekkens van het type 'Roeselare', die hier in de witte versie present zijn - elders vindt men de betonkleurige versie.
- Een der oudste - wellicht wel het oudste - type stationsborden van België, namelijk een blauw bord met witte letters van het lettertype Alfabet, dat in 1945 geïntroduceerd werd bij de SNCB.
Resumerend kunnen we zeggen dat vrijwel alle aanwezige elementen op het station van Quaregnon relicten zijn uit een soms al ver verleden, het moderne wachthokje op het linker perron mag de enige dissonant vormen op de foto, maar ach, een kniesoor die daarop let.
Gelijkerwijs ik in eht hiervoor geschrevene al had aangehaald, kon ik op dit station de semi-direct richting Liège fotograferen. Deze semi-direct verbindt op werkdagen de grensplaats Quiévrain met de metropool Liège, de belangrijkste stad van Wallonië. De treinverbinding loopt niet direct naar Liège via Namur, doch gaat na Mons richting Brussel en Leuven, en pas daarna richting Liège. Tot aan Mons stopt de trein op alle stations, daarna gaat de semi-direct verder richting Brussel en Liège en stopt enkel nog op de grotere tussenstations. Dankzij het feit dat deze semi-direct een rijtijd van bijna drie uur heeft en louter wordt verzekerd door treinstellen van het type AM '80, mag dit wel het bolwerk genoemd worden van de Breaks. In de piekuren zijn treinen van tot wel vier stellen lang geen uitzondering, zodat men optimaal mag genieten van het comfort van deze treinstellen. Helaas zijn de ongemoderniseerde stellen in het Memlingkleedje bijkans verdwenen, zodat vrijwel alle Breaks in deze semi-direct in de New Lookkleurstelling rijden.
Ik koos ervoor deze semi-direct in Quaregnon op foto te zetten, een middelgrote gemeente die in het centrum van de Borinage ligt, een voormalige mijnstreek gelegen ten westen van Mons. De plaats is bekend van de zogenoemde Chartre de Quaregnon, een door Emile Vandervelde in 1894 gepresenteerde verklaring die de socialistische doctrine omvat. Deze verklaring was circa 85 jaren lang het richtsnoer van de Belgische socialisten en is dientenvolge van grote betekenis geweest voor de partij. De Borinage is, samen met de regio's rondom Charleroi en Liège, tot op heden een bolwerk van het socialisme gebleven, hetgeen duidelijk naar voren komt in de gemeenteraad. Deze telt 25 zitjes, waarvan er ten tijde van de opname maar liefst twintig (!) waren bezet door de Parti Socialiste. Ofschoon er sedert 2019 nog maar achttien zitjes resteren dankzij de gemeenteraadsverkiezingen, mogen we vaststellen dat de socialisten nog altijd oppermachtig zijn in de gemeente Quaregnon.
Terwijl de zon uitbundig scheen op deze koude dag, kwam na enig wachten in de verte een Break tevoorschijn met het nummer 383, die zeer proper bleek te zijn! Alhoewel het stel reeds als zesde van de reeks werd gemoderniseerd en bijna zevenenhalf jaren in de nieuwe kleurstelling rijdt, viel de hoeveelheid graffiti hier ontzettend mee. Vermoedelijk is het stel enkele dagen geleden gewassen, want anders zou er allang weer graffiti op zitten. Met een stel minder dan voorzien is de losse Break onderweg als semi-direct 1710 naar Liège-Guillemins en passeert hier de opgetogen fotograaf, die even later in de omnibus naar Saint-Ghislain stapte om daar alsnog de autobus naar Tertre te nemen.
02-11-2018 SNCB 383, Quaregnon
Overmits ik de ganse maand november nog niet richting onze beminde zuiderburen was gegaan, volgde er op 2 november dan toch eindelijk een fotodag in Wallonië. Aanvankelijk was gepland om ten laatsten male naar het atelier van Merelbeke te gaan, doch na een telefoontje naar ginder kwam het uiterst teleurstellende bericht: in tegenstelling tot wat ik eerder had vernomen, bleek het atelier bereids op vrijdagmiddag 26 oktober zijn deuren toegedaan te hebben.
Enfin, het geplande bezoek aan Merelbeke kon derhalve geen doorgang vinden, zodat de koers werd verlegd naar het francofone deel van België. Ik had nog een tweetal plekken in gedachten, een dier plaatsen betrof het goederenstation van Tertre. De planning voor die dag zag er als volgt uit: vanuit Zeeland met de bus naar Zelzate gereisd, waar ik op de koude bushalte Klein Rusland kon overstappen op een Vlaamse bus naar Gent. Daar had ik gepland om de P-trein vanuit Poperinghe naar Schaerbeek te nemen, die mij naar Brussel zou vervoeren. Vandaaruit had ik de directe trein naar Mons gepland, daarna de omnibus naar Saint-Ghislain en tot slot de autobus naar Tertre.
Het begin van de dag verliep bijzonder voorspoedig, zodat ik tegen zeven uur aan de halte 'Klein Rusland' de bus naar Gent stond te verbeiden. Tot mijn vreugde was dit wederom een oude bus, zodat ik op een comfortabele zetel kon genieten van de reis die doorheen de havens voerde. Nademaal ik aan het station van Gent-Sint-Pieters was toegekomen, was een overstap voorzien op de voornoemde P-trein naar Brussel. Zoals gepland was dit een ram M4, die gelukkig niet zeer druk was. Eensklaps volgde daar echter het onheilspellende bericht: wegens een defecte trein, zouden wij via L50A/3, Denderleeuw en L50A/2 worden omgeleid. Dit zou voor minder dan een kwartier vertraging zorgen, maar het leidde er wel toe dat mijn overstap in groot gevaar kwam...
Doordat de vertraging nog ietwat opliep, kon ik bij het binnenrijden van Bruxelles-Midi daadwerkelijk mijn trein naar Mons zien vertrekken, die had ik dus gemist... Enfin, de eerstvolgende mogelijkheid richting Saint-Ghislain zou de Quiévrain Express zijn, doch vanwege de grote wachttijd koos ik ervoor om de S2 naar Halle te nemen en daar nog even te wachten op de trein naar Quiévrain, hetwelk mijns inziens een der welluidendste plaatsnamen van België is. Toen ik even later in Halle in de semi-direct naar Quiévrain instapte, begon ik later nog eens te denken over mijn planning. Daar ik de autobus naar Tertre niet had gehaald en de volgende eerst een uur later zou rijden, ontstond hierdoor ergens een langere overstap, waarschijnlijk zou dit Saint-Ghislain worden. Plots bedacht ik me het volgende: het ware mogelijk om ofwel in Jemappes ofwel in Quaregnon af te stappen, daar nog een foto te maken en dan met de omnibus die ruim een halfuur achter de semi-direct zat naar Saint-Ghislain te reizen, de overstap aldaar op de autobus naar Tertre was zeker wel te halen.
Het enige waar ik nu nog uit moest kiezen was de kwestie of ik in Jemappes of in Quaregnon uit zou stappen. In Jemappes zou ik enkel de semi-direct naar Liège-Guillemins kunnen vastleggen, doch in Quaregnon kon daarenboven ook nog de omnibus naar Quévy worden gefotografeerd. Deze zou echter door een Désiro worden verzekerd als alles liep zoals voorzien, zodat het mij om het even was of ik in Jemappes of Quaregnon af zou stappen. Het enige waar mijn beslissing nog van zou afhangen, was de vraag waar ik het minste last had van de schaduwen, iets wat vanzelfsprekend belangrijk is voor allen die des winters fotograferen. Bij aankomst in Jemappes viel dat station echter af, het monumentale stationsgebouw en zijn omgeving zou te hinderlijk zijn in mijn ogen. Ondergetekende bleef dus nog enkele minuten zitten in de semi-direct en hoopte dat het in Quaregnon minder schaduwrijk zal zijn... Deze wens werd gelukkig werkelijkheid: indien men het stationsgebouw meenam in de compositie en slechts het einde van het perron in beeld had, was er betrekkelijk weinig schaduw aanwezig.
Toen de trein vertrokken was en ik even rondliep om te bepalen waar ik zou gaan staan voor de foto, viel het me op dat Quaregnon toch wel echt zo een typisch Belgisch station is uit de vorige eeuw. We noemen U de volgende elementen, die hier alle tesamen terugkwamen op de foto:
- Een laag perron van omtrent 25 centimeter hoog.
- Een perron, dat ter hoogte van de ingang betegeld is, doch verderop verwordt tot een perron dat uit grind is opgebouwd.
- De witgeblokte perronboorden, die hier overigens niet conform de regel zijn aangebracht. De regel schreef immers voor, dat bemande stations een witte doorgetrokken streep op de perronboord hadden. Daar de perronboord ver voor de sluiting van het loket op 28 juni 2013 was aangebracht, is de witgeblokte boord slechts sedert een vijftal jaren conform de situatie in Quaregnon.
- De oude armaturen, die elk uit twee lampen bestaan en heden ten dage meer en meer vervangen worden door moderne armaturen.
- Rechts in beeld de welbekende hekkens van het type 'Roeselare', die hier in de witte versie present zijn - elders vindt men de betonkleurige versie.
- Een der oudste - wellicht wel het oudste - type stationsborden van België, namelijk een blauw bord met witte letters van het lettertype Alfabet, dat in 1945 geïntroduceerd werd bij de SNCB.
Resumerend kunnen we zeggen dat vrijwel alle aanwezige elementen op het station van Quaregnon relicten zijn uit een soms al ver verleden, het moderne wachthokje op het linker perron mag de enige dissonant vormen op de foto, maar ach, een kniesoor die daarop let.
Gelijkerwijs ik in eht hiervoor geschrevene al had aangehaald, kon ik op dit station de semi-direct richting Liège fotograferen. Deze semi-direct verbindt op werkdagen de grensplaats Quiévrain met de metropool Liège, de belangrijkste stad van Wallonië. De treinverbinding loopt niet direct naar Liège via Namur, doch gaat na Mons richting Brussel en Leuven, en pas daarna richting Liège. Tot aan Mons stopt de trein op alle stations, daarna gaat de semi-direct verder richting Brussel en Liège en stopt enkel nog op de grotere tussenstations. Dankzij het feit dat deze semi-direct een rijtijd van bijna drie uur heeft en louter wordt verzekerd door treinstellen van het type AM '80, mag dit wel het bolwerk genoemd worden van de Breaks. In de piekuren zijn treinen van tot wel vier stellen lang geen uitzondering, zodat men optimaal mag genieten van het comfort van deze treinstellen. Helaas zijn de ongemoderniseerde stellen in het Memlingkleedje bijkans verdwenen, zodat vrijwel alle Breaks in deze semi-direct in de New Lookkleurstelling rijden.
Ik koos ervoor deze semi-direct in Quaregnon op foto te zetten, een middelgrote gemeente die in het centrum van de Borinage ligt, een voormalige mijnstreek gelegen ten westen van Mons. De plaats is bekend van de zogenoemde Chartre de Quaregnon, een door Emile Vandervelde in 1894 gepresenteerde verklaring die de socialistische doctrine omvat. Deze verklaring was circa 85 jaren lang het richtsnoer van de Belgische socialisten en is dientenvolge van grote betekenis geweest voor de partij. De Borinage is, samen met de regio's rondom Charleroi en Liège, tot op heden een bolwerk van het socialisme gebleven, hetgeen duidelijk naar voren komt in de gemeenteraad. Deze telt 25 zitjes, waarvan er ten tijde van de opname maar liefst twintig (!) waren bezet door de Parti Socialiste. Ofschoon er sedert 2019 nog maar achttien zitjes resteren dankzij de gemeenteraadsverkiezingen, mogen we vaststellen dat de socialisten nog altijd oppermachtig zijn in de gemeente Quaregnon.
Terwijl de zon uitbundig scheen op deze koude dag, kwam na enig wachten in de verte een Break tevoorschijn met het nummer 383, die zeer proper bleek te zijn! Alhoewel het stel reeds als zesde van de reeks werd gemoderniseerd en bijna zevenenhalf jaren in de nieuwe kleurstelling rijdt, viel de hoeveelheid graffiti hier ontzettend mee. Vermoedelijk is het stel enkele dagen geleden gewassen, want anders zou er allang weer graffiti op zitten. Met een stel minder dan voorzien is de losse Break onderweg als semi-direct 1710 naar Liège-Guillemins en passeert hier de opgetogen fotograaf, die even later in de omnibus naar Saint-Ghislain stapte om daar alsnog de autobus naar Tertre te nemen.