Jan-Mark Schout
02-03-2017 Dalheim
De laatste plaat uit mijn Dalheimreportage – jazeker, het einde is gekomen dus – toont een overzicht van het Dalheimer emplacement. Het was die dag de enige keer dat de zon haar stralen door het wolkendek liet vallen, en de fotograaf kon dat moment wel goed gebruiken.
Links in beeld ziet U het lage perron van Dalheim. Dit deel van het perron is rijkelijk voorzien van mos, dat hier weelderig tiert onder de voorspoedige omstandigheden, wordt duidelijk niet gebruikt. Het deel voor de reizigers bevindt zich namelijk achter de fotograaf, dit deel dient alleen om het Stellwerk te bereiken. De seinhuiswachter uit Erkelenz heeft zijn wagen netjes op het eind van het perron neergezet, de vaste parkeerplaats voor de automobielen der seinhuiswachters. U snapt dat zo’n oude man niet van de honger weg moet kwijnen, dus de etensresten en dergelijke kunnen in de daarvoor neergezette kliko’s gedeponeerd worden. Hier zou U bijvoorbeeld de popcornresten zien verdwijnen, die de man bij het tv-kijken heeft geconsumeerd. Helaas zijn het geen speciale DB-kliko’s, dat viel dan weer tegen. Links zijn ook de lichtelijk archaïsche lantaarnpalen te zien. Deze lampen, die ook al op foto’s van 25 of 30 jaar geleden waren te zien. De palen hebben door hun ouderdom een respectabele leeftijd bereikt, maar gelukkig functioneren ze nog steeds.
Achteraan ziet U nog het bekende armsein van Dalheim, dat nu rood toont. Slechts vijf minuten per uur toont deze groen, namelijk als de stopper is binnengekomen en wacht op vertrek. Rechts ervan kunt U ook nog een grijs bordje zien. Aan de achterkant blijkt dit een rood-met-wit-omlijst bordje te zijn, dat aangeeft dat het spoor niet bereden kan worden. Wil men ooit namelijk nog eens een trein naar Nederland laten rijden, dan moge een hovenier eerst de takken, struiken en het onkruid verwijderen.
Rechts in beeld ziet U het bekende Stellwerk, dat al eens eerder langsgekomen is in mijn reportage. Het architectonisch mooie gebouwtje staat gelukkig ook nog steeds overeind, dit is dus niet afgebrand. Hopelijk blijft het gebouwtje ook na de indienststelling van het ESTW bestaan, het zou namelijk erg jammer zijn als dat ook gaat verdwijnen.
Op het eind van het perron ontwaart U tenslotte ook nog een gele loopplank. Dit dient als toegangspad tot het seinhuis, stelt U zich eens voor dat een seinhuisman van zeventig jaar nog door het struweel moet struinen! Met de loopplank wordt het seinhuis dan rechttoe rechtaan bereikt, het hoekje om, het trappetje op en U bent in het seinhuis geraakt!
Enfin, met bovenstaande foto heb ik getracht de charme en de serene rust van het stationsemplacement te laten zien. Het station is zeker bezoekwaardig, zowel wat betreft de spoorse objecten alsmede een oord voor de geestelijke ontspanning. De foto betekent tevens het einde van mijn nu al tamelijk langlopende reportage over Wegberg en Dalheim. Hopelijk hebt U een goed beeld gekregen van de treinen op de IJzeren Rijn, die de rust zeker niet verstoren. Verder hoop ik dat de foto’s van de seinhuizen in de smaak zijn gevallen, zeker omdat het niet een belangrijke rol bekleedt op Flickr en bij de spoorhobbyisten in het algemeen. Desondanks is het toch erg plezant om daar te verblijven naar mijn bescheiden mening, het was er in ieder geval erg leuk om er geweest te zijn, waarbij ik heel wat geleerd heb!
Mocht U dergelijke reportages appreciëren, dan verzoeke ik U om vooral te blijven kijken naar mijn Flickrstream. Op deze pagina zal U anno 2017 namelijk meer van dit soort reportages zien, zowel van Belgische als van Duitse seinhuizen. Blijft kijken dus, en opmerkingen en vragen zijn altijd welkom in de comments!
02-03-2017 Dalheim
De laatste plaat uit mijn Dalheimreportage – jazeker, het einde is gekomen dus – toont een overzicht van het Dalheimer emplacement. Het was die dag de enige keer dat de zon haar stralen door het wolkendek liet vallen, en de fotograaf kon dat moment wel goed gebruiken.
Links in beeld ziet U het lage perron van Dalheim. Dit deel van het perron is rijkelijk voorzien van mos, dat hier weelderig tiert onder de voorspoedige omstandigheden, wordt duidelijk niet gebruikt. Het deel voor de reizigers bevindt zich namelijk achter de fotograaf, dit deel dient alleen om het Stellwerk te bereiken. De seinhuiswachter uit Erkelenz heeft zijn wagen netjes op het eind van het perron neergezet, de vaste parkeerplaats voor de automobielen der seinhuiswachters. U snapt dat zo’n oude man niet van de honger weg moet kwijnen, dus de etensresten en dergelijke kunnen in de daarvoor neergezette kliko’s gedeponeerd worden. Hier zou U bijvoorbeeld de popcornresten zien verdwijnen, die de man bij het tv-kijken heeft geconsumeerd. Helaas zijn het geen speciale DB-kliko’s, dat viel dan weer tegen. Links zijn ook de lichtelijk archaïsche lantaarnpalen te zien. Deze lampen, die ook al op foto’s van 25 of 30 jaar geleden waren te zien. De palen hebben door hun ouderdom een respectabele leeftijd bereikt, maar gelukkig functioneren ze nog steeds.
Achteraan ziet U nog het bekende armsein van Dalheim, dat nu rood toont. Slechts vijf minuten per uur toont deze groen, namelijk als de stopper is binnengekomen en wacht op vertrek. Rechts ervan kunt U ook nog een grijs bordje zien. Aan de achterkant blijkt dit een rood-met-wit-omlijst bordje te zijn, dat aangeeft dat het spoor niet bereden kan worden. Wil men ooit namelijk nog eens een trein naar Nederland laten rijden, dan moge een hovenier eerst de takken, struiken en het onkruid verwijderen.
Rechts in beeld ziet U het bekende Stellwerk, dat al eens eerder langsgekomen is in mijn reportage. Het architectonisch mooie gebouwtje staat gelukkig ook nog steeds overeind, dit is dus niet afgebrand. Hopelijk blijft het gebouwtje ook na de indienststelling van het ESTW bestaan, het zou namelijk erg jammer zijn als dat ook gaat verdwijnen.
Op het eind van het perron ontwaart U tenslotte ook nog een gele loopplank. Dit dient als toegangspad tot het seinhuis, stelt U zich eens voor dat een seinhuisman van zeventig jaar nog door het struweel moet struinen! Met de loopplank wordt het seinhuis dan rechttoe rechtaan bereikt, het hoekje om, het trappetje op en U bent in het seinhuis geraakt!
Enfin, met bovenstaande foto heb ik getracht de charme en de serene rust van het stationsemplacement te laten zien. Het station is zeker bezoekwaardig, zowel wat betreft de spoorse objecten alsmede een oord voor de geestelijke ontspanning. De foto betekent tevens het einde van mijn nu al tamelijk langlopende reportage over Wegberg en Dalheim. Hopelijk hebt U een goed beeld gekregen van de treinen op de IJzeren Rijn, die de rust zeker niet verstoren. Verder hoop ik dat de foto’s van de seinhuizen in de smaak zijn gevallen, zeker omdat het niet een belangrijke rol bekleedt op Flickr en bij de spoorhobbyisten in het algemeen. Desondanks is het toch erg plezant om daar te verblijven naar mijn bescheiden mening, het was er in ieder geval erg leuk om er geweest te zijn, waarbij ik heel wat geleerd heb!
Mocht U dergelijke reportages appreciëren, dan verzoeke ik U om vooral te blijven kijken naar mijn Flickrstream. Op deze pagina zal U anno 2017 namelijk meer van dit soort reportages zien, zowel van Belgische als van Duitse seinhuizen. Blijft kijken dus, en opmerkingen en vragen zijn altijd welkom in de comments!