Belgium, Torhout #002 Wijnendale Castle
Wijnendale Castle
Wijnendale Castle has a rich history. From the First Crusade to the Second World War, this moated castle has been involved in decisive historical events each time.
Originally, it was a wooden walled fortification built in 1085 by Count of Flanders, Robrecht the Frisian. His eldest son and successor, Robrecht II, completed the structure before going on crusade. Count of Flanders, Guy of Dampierre had it rebuilt in 1278, but made of stone. He made it the administrative residence of Flanders and signed practically all charters there.
In 1300, the troops of the French king Philip the Handsome occupied all of Flanders. Philip the Handsome stayed at Wijnendale from 4 to 12 June 1301. In 1302, the castle, which was defended by 700 Frenchmen, was retaken by the Flemish, who had inflicted a major defeat on the French professional army at Courtrai on 11 July 1302.
Wijnedale was plundered and destroyed by the people of Bruges, under John I of Namur, the successor of Guy of Dampierre. His grandson John III of Namur restored the castle and sold it to John of Fearless. His daughter married Adolf IV of Cleves. Under the Counts of Cleves, Wijnendale regained its former glory.
In 1482, Mary of Burgundy paid a visit to Wijnendale, she fell unfortunate during a hunting party, barely 25 years old she died of the consequences.
In 1811, on Napoleon's orders, the castle was largely demolished, only three side towers and one wing remained standing. After Waterloo, Wijnendale became the property of the House of Orange. Until 1825, it served as a barracks for Dutch troops.
In 1833, Wijnendale was bought by Brussels banker J.P. Matthieu. After his death, in 1863, his son had the castle rebuilt by architect Felix Laureys, and it obtained its current form.
During both World War I and World War II, the castle was occupied by the Germans. In May 1940, one more historic event took place at Wijnendale Castle, when Belgium's King Leopold III and four members of his government had a conversation at the castle about the German invasion. Although capitulation was near, King Leopold III refused to flee abroad with his ministers. As commander-in-chief of the army, he wanted to stay with his troops in Belgium and be taken prisoner of war. This refusal led to the King's Question after the war.
Today, the Matthieu family still owns Wijnendale and occupies part of the castle. Another wing has been set up as a museum and open to visitors since 1984.
-----------------------
Het kasteel Wijnendale heeft een rijke geschiedenis. Vanaf de Eerste Kruisvaart tot de Tweede wereldoorlog is deze waterburcht telkens betrokken bij beslissende historische gebeurtenissen.
Oorspronkelijk stond hier een houten omwalde versterking, gebouwd in 1085 door graaf van Vlaanderen, Robrecht de Fries. Zijn oudste zoon en opvolger, Robrecht II, voltooide het bouwwerk vooraleer op kruistocht te trekken. Graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre liet het in 1278 herbouwen, maar dan van steen. Hij maakte er de bestuursresidentie van Vlaanderen en ondertekende er praktisch alle charters.
In 1300 bezetten de troepen van de Franse koning Filips de Schone heel Vlaanderen. Filips de Schone verbleef van 4 tot 12 juni 1301 op Wijnendale. In 1302 werd het kasteel, dat nochtans werd verdedigd door 700 Fransen, terug ingenomen door de Vlamingen, die op 11 juli 1302 het Franse beroepsleger een grote nederlaag hadden toegediend in Kortrijk.
Wijnendale werd leeggeplunderd en verwoest door de Bruggelingen, onder Jan I van Namen, de opvolger van Gwijde van Dampierre. Zijn kleinzoon Jan III van Namen herstelde het slot en verkocht het aan Jan zonder Vrees. Zijn dochter trouwde met Adolf IV van Kleef. Onder de graven Van Kleef herwon Wijnendale zijn vroegere glorie.
In 1482 bracht Maria van Bourgondië een bezoek aan Wijnendale, ze kwam tijdens een jachtpartij ongelukkig ten val, nauwelijks 25 jaar oud overleed ze aan de gevolgen ervan.
In 1811 werd het op bevel van Napoleon het kasteel grotendeels gesloopt, alleen drie zijtorens en één vleugel bleven overeind. Na Waterloo werd Wijnendale eigendom van het huis van Oranje. Tot 1825 diende het als kazerne voor Hollandse troepen.
In 1833 werd Wijnendale gekocht door de Brusselse bankier J.P. Matthieu. Na zijn dood, in 1863, liet zijn zoon het slot herbouwen door architect Felix Laureys, en verkreeg het zijn huidige vorm.
Zowel in de Eerste als tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel bezet door de Duitsers. In mei 1940 vond nog één keer een historische gebeurtenis plaats in kasteel Wijnendale, toen de Belgische koning Leopold III en vier leden van zijn regering op het kasteel een gesprek hadden over de Duitse inval. Hoewel de capitulatie nabij was, weigerde koning Leopold III om samen met zijn ministers naar het buitenland te vluchten. Als opperbevelhebber van het leger wilde hij bij zijn troepen in België blijven en zich krijgsgevangene laten nemen. Deze weigering leidde na de oorlog tot de Koningskwestie.
Thans is de familie Matthieu nog steeds eigenaar van Wijnendale, en bewoont een gedeelte van het kasteel. Een andere vleugel is sinds 1984 ingericht als museum en opengesteld voor bezoekers.
Belgium, Torhout #002 Wijnendale Castle
Wijnendale Castle
Wijnendale Castle has a rich history. From the First Crusade to the Second World War, this moated castle has been involved in decisive historical events each time.
Originally, it was a wooden walled fortification built in 1085 by Count of Flanders, Robrecht the Frisian. His eldest son and successor, Robrecht II, completed the structure before going on crusade. Count of Flanders, Guy of Dampierre had it rebuilt in 1278, but made of stone. He made it the administrative residence of Flanders and signed practically all charters there.
In 1300, the troops of the French king Philip the Handsome occupied all of Flanders. Philip the Handsome stayed at Wijnendale from 4 to 12 June 1301. In 1302, the castle, which was defended by 700 Frenchmen, was retaken by the Flemish, who had inflicted a major defeat on the French professional army at Courtrai on 11 July 1302.
Wijnedale was plundered and destroyed by the people of Bruges, under John I of Namur, the successor of Guy of Dampierre. His grandson John III of Namur restored the castle and sold it to John of Fearless. His daughter married Adolf IV of Cleves. Under the Counts of Cleves, Wijnendale regained its former glory.
In 1482, Mary of Burgundy paid a visit to Wijnendale, she fell unfortunate during a hunting party, barely 25 years old she died of the consequences.
In 1811, on Napoleon's orders, the castle was largely demolished, only three side towers and one wing remained standing. After Waterloo, Wijnendale became the property of the House of Orange. Until 1825, it served as a barracks for Dutch troops.
In 1833, Wijnendale was bought by Brussels banker J.P. Matthieu. After his death, in 1863, his son had the castle rebuilt by architect Felix Laureys, and it obtained its current form.
During both World War I and World War II, the castle was occupied by the Germans. In May 1940, one more historic event took place at Wijnendale Castle, when Belgium's King Leopold III and four members of his government had a conversation at the castle about the German invasion. Although capitulation was near, King Leopold III refused to flee abroad with his ministers. As commander-in-chief of the army, he wanted to stay with his troops in Belgium and be taken prisoner of war. This refusal led to the King's Question after the war.
Today, the Matthieu family still owns Wijnendale and occupies part of the castle. Another wing has been set up as a museum and open to visitors since 1984.
-----------------------
Het kasteel Wijnendale heeft een rijke geschiedenis. Vanaf de Eerste Kruisvaart tot de Tweede wereldoorlog is deze waterburcht telkens betrokken bij beslissende historische gebeurtenissen.
Oorspronkelijk stond hier een houten omwalde versterking, gebouwd in 1085 door graaf van Vlaanderen, Robrecht de Fries. Zijn oudste zoon en opvolger, Robrecht II, voltooide het bouwwerk vooraleer op kruistocht te trekken. Graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre liet het in 1278 herbouwen, maar dan van steen. Hij maakte er de bestuursresidentie van Vlaanderen en ondertekende er praktisch alle charters.
In 1300 bezetten de troepen van de Franse koning Filips de Schone heel Vlaanderen. Filips de Schone verbleef van 4 tot 12 juni 1301 op Wijnendale. In 1302 werd het kasteel, dat nochtans werd verdedigd door 700 Fransen, terug ingenomen door de Vlamingen, die op 11 juli 1302 het Franse beroepsleger een grote nederlaag hadden toegediend in Kortrijk.
Wijnendale werd leeggeplunderd en verwoest door de Bruggelingen, onder Jan I van Namen, de opvolger van Gwijde van Dampierre. Zijn kleinzoon Jan III van Namen herstelde het slot en verkocht het aan Jan zonder Vrees. Zijn dochter trouwde met Adolf IV van Kleef. Onder de graven Van Kleef herwon Wijnendale zijn vroegere glorie.
In 1482 bracht Maria van Bourgondië een bezoek aan Wijnendale, ze kwam tijdens een jachtpartij ongelukkig ten val, nauwelijks 25 jaar oud overleed ze aan de gevolgen ervan.
In 1811 werd het op bevel van Napoleon het kasteel grotendeels gesloopt, alleen drie zijtorens en één vleugel bleven overeind. Na Waterloo werd Wijnendale eigendom van het huis van Oranje. Tot 1825 diende het als kazerne voor Hollandse troepen.
In 1833 werd Wijnendale gekocht door de Brusselse bankier J.P. Matthieu. Na zijn dood, in 1863, liet zijn zoon het slot herbouwen door architect Felix Laureys, en verkreeg het zijn huidige vorm.
Zowel in de Eerste als tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel bezet door de Duitsers. In mei 1940 vond nog één keer een historische gebeurtenis plaats in kasteel Wijnendale, toen de Belgische koning Leopold III en vier leden van zijn regering op het kasteel een gesprek hadden over de Duitse inval. Hoewel de capitulatie nabij was, weigerde koning Leopold III om samen met zijn ministers naar het buitenland te vluchten. Als opperbevelhebber van het leger wilde hij bij zijn troepen in België blijven en zich krijgsgevangene laten nemen. Deze weigering leidde na de oorlog tot de Koningskwestie.
Thans is de familie Matthieu nog steeds eigenaar van Wijnendale, en bewoont een gedeelte van het kasteel. Een andere vleugel is sinds 1984 ingericht als museum en opengesteld voor bezoekers.